Tot Wanneer Is Een Hond Een Pup?
Mary Taylor
- 0
- 22
Wanneer wordt een puppy een volwassen hond? – De leeftijd waarop uw puppy een volwassen hond wordt, hangt af van het ras en de grootte. Alle hondenrassen zijn onderverdeeld in vijf grootten: zeer kleine rassen, kleine rassen, middelgrote rassen, grote rassen en zeer grote rassen. Uw puppy wordt een volwassen hond op de volgende leeftijd:
- Zeer kleine rassen (4 kg): 8 maanden
- Kleine rassen (5 – 10 kg): 10 maanden
- Middelgrote rassen (11 – 25 kg): 12 maanden
- Grote rassen (26 – 44 kg): 15 maanden
- Zeer grote rassen (45 kg en meer): 18 tot 24 maanden
De verschillende classificaties om te bepalen wanneer uw puppy een volwassen hond is, hangen samen met de lengte van de groeifase voor rassen van verschillende groottes. Bij honden van grote rassen en zeer grote rassen duurt het veel langer voordat ze volledig volgroeid zijn dan bij kleinere honden, hoewel ze allemaal een intense groeispurt doormaken.
Hoe lang blijft een hond een pup?
Je pup wordt volwassen – Wanneer je pup klein is zul je soms wensen dat hij snel groter wordt. Maar de puppytijd is voorbij voordat je het weet! Wanneer een pup volwassen is verschilt per ras en per hond. Kleine honden zijn gemiddeld eerder volwassen dan grote rassen.
Hoe lang duurt puppy fase?
Een pup in huis; de volwassen hond leren om hem te accepteren
De jeugdperiode van je puppy – De juveniele puppyperiode begint over het algemeen op de leeftijd van tien weken en duurt tot de puberteit en het begin van geslachtsrijpheid. Het is in deze periode dat puppy’s de consequenties van gedrag leren en bepalen wat het meest geschikt is voor bepaalde omstandigheden.
- Puppy’s op deze leeftijd hebben grenzeloze nieuwsgierigheid, verbitterde koppigheid en enthousiaste genegenheid;
- Neem aan dat je puppy alles begrijpt en je zult niet teleurgesteld zijn, dit is het ideale moment om te beginnen met trainen;
Bijna elk moment van ontwaken wordt doorgebracht in het spel, wat niet alleen heel leuk is voor de puppy’s maar ook een goede oefening is voor het leven van honden. Puppy’s leren belangrijke hondenactiviteiten te doen zoals, jagen, rennen, bijten en vechten.
Is een hond van 1 jaar volwassen?
Wanneer is mijn puppy volwassen? – Net zoals wij, maken honden verschillende fases door tot ze volwassen zijn. Het grote verschil? Bij honden gaat het veel sneller! Er zijn 3 belangrijke mijlpalen:
- Geslachtsrijpheid: de meeste honden worden geslachtsrijp wanneer ze nog in de puppyfase zitten: met 6 maanden zijn de voortplantingsorganen al volledig ontwikkeld.
- Lichamelijke volwassenheid: fysiek zijn de meeste honden volgroeid als ze 1 jaar oud zijn. Grote rassen kunnen nog doorgroeien tot 2-jarige leeftijd. Soms gedragen ze zich dan nog steeds als pup, maar dan hebben ze dus al wel de fysieke behoeften van een volwassen hond.
- Emotionele volwassenheid: je weet dat je hond deze fase heeft bereikt als hij of zij niet meer rondrent als een puppy (of puber!) en zich echt gedraagt als volwassen hond. Emotioneel volwassen honden zijn minder snel afgeleid, luisteren en gehoorzamen beter en dragen zich rustiger en stabieler. Het precieze moment verschilt, maar de meeste honden worden rond hun tweede verjaardag emotioneel volwassen.
Welke leeftijd wordt een hond rustiger?
Conclusie – Een puppy of jonge hond vol met energie die heel erg druk doet kan soms iets teveel van het goede zijn. Zelfs voor de meest toegewijde hondenliefhebbers. Het belangrijkste om in gedachte te houden is dat een actieve hond een gezonde hond is.
Dat is in ieder geval een mooi gegeven. Routine, training, voldoende beweging en de hond mentaal uitdagen zijn allemaal dingen die je door de drukke periode van je jonge hond kunnen krijgen. Uiteindelijk zal jouw hond rustiger worden.
Wanneer dit moment is verschilt enorm per hond. Zo kan het zijn dat je hond al iets rustiger wordt bij een leeftijd tussen de 6 en 9 maanden. Wanneer je hond volwassen is, dit is tussen de 1 en 2 jaar, zie je vaak dat de grote hoeveelheid puppy energie is verdwenen..
Hoe lang kan een pup van 7 maanden alleen zijn?
Vraag 1: hoe lang kan en mag een hond achtereenvolgens in een gesloten bench verblijven? – Bij een succesvolle benchtraining introductie zou een puppy van 8-10 weken maximaal 30 minuten alleen thuis kunnen blijven, in een gesloten bench. Naarmate de pup ouder wordt bouw je dit iedere keer iets op.
In ons boek Het Ultieme Puppy Alleen Laten Handboek wordt dit stapsgewijs uitgelegd. Een puppy van 8-10 weken langer dan 30 minuten alleen laten is niet raadzaam in verband met de zindelijkheidstraining.
In deze situatie biedt de bench een prima uitkomst voor jullie. Mits de pup de bench op een positieve manier is aangeleerd kan hij zich met gemak 30 minuten alleen redden in de bench. Zodra de pup ouder is (ongeveer 21 tot 25 weken), en de zindelijkheidstraining gaat goed, kun je de tijd steeds verder uitbouwen.
- Meerdere hondentrainers stellen dat een hond maximaal drie uur alleen gelaten mag worden in een gesloten bench;
- Deze mening deel ik; een hond heeft namelijk weinig tot geen opties in een gesloten hondenbench;
Het is liggen of zitten.
Kun je een hond 8 uur alleen laten?
Honden zijn sociale dieren – Een hond is een sociaal dier. Geen enkele hond houdt ervan lang alleen te zijn. Straathonden leven ook in roedels (vaak bestaan deze uit familieleden: ouders, ooms, tantes, grootmoeder, broertjes en zusjes). Soms gaat zo’n hond alleen op pad, maar blijft dan meestal binnen het territorium van zijn eigen roedel.
- Na zijn uitstapje zal hij altijd weer terugkeren naar zijn familie;
- Hetzelfde geldt voor onze honden;
- Even alleen zijn kan best, maar als een hond vaak en veel alleen is, dan gaat dat ten koste van het welzijn;
Een volwassen hond kan soms wel 8 uur zijn plas ophouden, maar dat wil niet zeggen dat hij het emotioneel aan kan om voor 8 uur alleen door te brengen.
Hoe lang blijft een pup bijten?
Wanneer stopt je pup met bijten en happen? – Tijdens het wisselen van het melkgebit kan de pup juist nog iets meer gaan bijten. Maar wees gerust: het gaat over! Na het wisselen van het melkgebit (met maximaal 7 maanden) stopt het happen en bijten over het algemeen.
- Met de online puppycursus van Tinki leer je van experts hoe je bijtgedrag kunt afleren;
- Bekijk het hier;
- Bijten om te onderzoeken of laat je hond ander gedrag zien? Met het bijten van een pup bedoelen wij in dit geval het zachtjes bijten om dingen te onderzoeken;
Als je hond (harder) bijt, hierbij gromt en ander gedrag laat zien waar je je niet prettig bij voelt is het verstandig om hulp in te schakelen van bijvoorbeeld een hondenschool of gedragstherapeut. Zij kunnen zien of je pup normaal gedrag vertoond of dat er wellicht iets anders aan de hand is.
Wat te doen als pup blijft bijten?
De grens bereikt – Het opzoeken van de grenzen doet een pup de hele dag door. Die van jou, maar ook de eigen grenzen worden geregeld opgezocht. De meeste puppy’s kennen hun eigen grenzen nog niet en gaan daar voortdurend overheen. Wanneer een pup erg moe of overprikkeld is, weten ze vaak geen raad meer met zichzelf.
- Ze kunnen dan erg vervelend worden en veel en hard bijten in alles wat ze maar voorhanden hebben;
- Het is erg belangrijk om deze momenten tijdig te herkennen en niet mee te gaan in dit gedrag;
- Boos worden heeft ook niet veel zin;
Hetgeen je puppy nu vooral nodig heeft is rust.
Wat doet een pup van 6 maanden?
Een puber kan het bloed onder uw nagels vandaan halen, of het nu een mens of een hond is – Want als u denkt dat pubergedrag alleen bij mensen voorkomt dan heeft u het mis. Puppy’s komen in hun puberteit als ze ongeveer zes maanden oud zijn. Ze worden vaak behoorlijk eigenwijs, zoeken de grenzen op van wat mag en wat niet mag en proberen te laten zien dat ze onafhankelijk zijn.
- Uw puppy zal nu waarschijnlijk proberen om u uit te testen en u merkt dat hij duidelijk minder zijn best doet om in de smaak te vallen! Dit wordt allemaal verhevigd door zijn hormonen;
- Die beginnen op te spelen doordat hij geslachtsrijp wordt;
Als uw puppy nog niet is gecastreerd of gesteriliseerd, dan is dit een goed moment om hem te laten helpen.
Hoe kun je zien of je hond gelukkig is?
Een hond kan jou helaas niet vertellen dat hij gelukkig is. Toch kun je aan de lichaamstaal van een hond duidelijk zien wanneer hij gelukkig is, namelijk als hij oogcontact met je zoekt en blij kwispelt. Dit is echter een momentopname. Wij noemen dit dan ook eerder ‘blij’ dan ‘gelukkig. ‘ Gelukkig zijn is volgens ons een emotie over de lange termijn.
In deze blog proberen wij te beschrijven of je kunt merken wanneer een hond gelukkig is op de lange termijn en hoe je ervoor kunt zorgen dat je jouw hond gelukkig maakt en houdt. Een gelukkige hond is volgens ons te herkennen aan gezond gedrag.
Gezond gedrag betekent volgens ons dat de emoties van de hond in balans zijn. De hond vertoond geen onverklaarbare momenten van extreme agressie, angst of onzekerheid. Ook vertoont de hond geen langdurige hyperactiviteit. Dit betekent overigens niet dat je hond zich niet een keer mag misdragen.
Hoe vaak pup 7 maanden uitlaten?
Home » Dierenadvies » Jij en je huisdier » Puppy uitlaten – samen op stap! Schema puppy uitlaten :
Leeftijd | Plasje ophouden | Minimum aantal keer uitlaten per dag |
---|---|---|
20 weken | 5 – 6 uur | 4 – 5 keer |
6 maanden | 6 – 8 uur | 3 – 4 keer |
7 maanden | 12 uur | 3 keer |
.
Heeft een pup ook Regeldagen?
Je zou het niet zeggen, als je ze hier, bijgestaan door Takkie, zo heerlijk ziet slapen. Maar in de loop van week 6 ontpoppen die lieve puppy’s zich bij tijd en wijle als echte woestelingen, voor wier scherpe tandjes niets veilig is.
Ze gaan voor het eerst naar buiten en vinden dat prachtig. We prijzen ze hevig als ze buiten plassen & poepen maar echt door hebben ze de te volgen procedure nog niet: eenmaal weer binnen gaat het gewoon door. Er zijn al zes keukenrollen door en de mop&emmer staan ook standby. Stiekem ben ik blij dat er niet meer dan vijf pups zijn 😉
Kijk, Boris Bix wéét wel hoe het moet. Maar die fles wijn, dat gaat ‘m niet worden, Max!
Ook leuk, in lange haren klimmen.
En aan schoenen knagen!
Maar, knuffelen is natuurlijk ook nog steeds geweldig.
Boris Bix gaat meteen op haar vos bij haar nieuwe baasje slapen.
Eten krijgen ze nu allemaal in hun eigen bakje. Ik doe er ongeveer 20 gram in, ze krijgen drie keer per dag eten en dan nog een groot koekje, eind van de middag. De ochtend verloopt, ongeveer als volgt: eerst krijgen ze eten, Suus ook, dan gaan ze als het lukt allemaal tegelijk naar buiten. Daar rossen ze dan rond door de tuin en achtervolgen Suus die helemaal zelf bepaalt wanneer ze wel of niet wil zogen.
En dat niet wordt steeds meer, maar dat snappen die pups niet. Dus dan braakt ze maar eens wat voedsel op, dat vinden ze ook lekker. Dan gaan de hooligans weer naar binnen om nog eens even heerlijk te plassen en/of te poepen.
Dan is het de bedoeling dat ze weer gaan slapen, maar dat verschilt per dag. Net als baby’s hebben ze ‘regeldagen’, waarop ze veel actiever zijn dan op andere dagen. Echt lang alleen laten kun je ze dus niet meer, want ik vertrouw er niet op dat ze er niet in zullen slagen de kraal uit te klimmen. Meiske Ronja blijft bij ons. Een fel tantetje, die op dit moment nog nergens bang voor is. Vanmorgen liet ik haar kennis maken met de paarden.
‘s Avonds slapen ze ook niet allemaal tegelijk meer in de bench, maar liggen verspreid op vloer of schoot.
Alle nieuwe eigenaren zijn nu twee keer geweest, we hebben zelfs een puppy met een puppy. Meteen dikke vriendjes! En de afhaalafspraken zijn ook gemaakt. Iedere dag, vanaf half januari, gaat er eentje weg.
Zo, dat was toch weer even lekker! .
Hoe krijg je een overprikkelde pup rustig?
Negatieve aandacht is ook aandacht – ” Je moet gewoon heel hard AUWWW! roepen, dan stopt hij wel “. Dat wordt soms ook als advies gegeven. Naast dat dit nog een extra prikkel is, kan een hond op een gegeven moment gaan leren dat zijn gedrag ook aandacht oplevert.
Zo kan het grommen en happen zelfs een spel worden en een gewoonte worden. Negatieve aandacht is ook aandacht. Wanneer een puppy overprikkeld is, zeg dan geen ‘nee’, ‘uh!’ of ‘foei’, maar zeg niets. Zorg voor meer rust.
Geef de pup iets om zich op uit te leven zoals een kluif waar hij op kan kluiven (kluiven en kauwen maakt endorfine aan en zorgt ervoor dat prikkels beter verwerkt worden) en zorg dat de pup kan gaan slapen. Je zult merken dat het happen, bijten, grommen en opspringen minder wordt na verloop van tijd.
Wat je niet moet doen bij een puppy?
Socialisatie van uw pup – Socialiseren wil eigenlijk niets anders zeggen dan dat een pup de kenmerken en eigenschappen van andere levende wezens waarmee hij wellicht een sociale band opbouwt moet gaan leren kennen. Zo moet hij bijvoorbeeld leren dat als een andere hond zijn tanden laat zien dit een waarschuwing kan zijn maar dat dat bij mensen juist betekent dat het vriendelijk is.
- Hiervoor is fysiek contact noodzakelijk;
- Daarnaast moet de pup wennen aan allerlei dagelijkse dingen die hij in en buiten het huis kan tegenkomen;
- Stofzuigers, muziekinstallaties, vrachtwagens brommers enz;
Hier kunnen ook andere levende wezens bij horen. Als uw hond geen sociale binding heeft met paarden hoeft hij er niet naartoe maar hij moet ze wel met rust gaan laten. Tenslotte hoort bij het hele proces dat puppy’s in best wel stressvolle situaties terecht moeten komen om daarmee te leren omgaan. Gedrag verandert Vanaf de leeftijd van 3 weken tot de 7e week overheerst de nieuwsgierigheid bij pups, alles is in deze periode leuk en interessant. Vanaf 7 weken begint heel langzaam de aanleg om op nieuwe dingen terughoudend en ontwijkend te reageren. De nieuwsgierigheid begint langzamerhand te verdwijnen. Op de leeftijd van 12 weken is deze helemaal verdwenen. Tenzij de hond hiervoor al allemaal leuke en prettige ervaringen heeft opgedaan met alles wat er te koop is in de wereld.
U speelt hierin een belangrijke rol. De manier die ze gaan aanleren kan ook een manier zijn die u wellicht niet zo leuk vindt. Dan moet u ingrijpen. Op een goede puppycursus leren ze u dat. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat 1 op de 5 honden een gedragsprobleem heeft dat voorkomen had kunnen worden door een betere socialisatie op jongere leeftijd.
Dan zijn die dingen namelijk niet meer nieuw en kan hij gewoon blijven naderen. Daarom is de socialisatieperiode tussen de 7e en de 12e week zo belangrijk. Socialiseren dus! Want u wilt immers niet dat uw hond;
- Agressief gedrag gaat vertonen tegenover vreemde mensen, naar auto’s en naar skaters.
- Vlucht voor brommers, andere honden en voor visite.
- Gaat jagen op fietsers, eendjes, paarden en schapen.
- Niet alleen thuis kan zijn.
Socialisatie Om de pup te wennen aan alledaagse zaken is het goed de kleine overal mee naartoe te nemen om te wennen (stad, draaideuren, liften, steigers, andere mensen, etc. , etc. etc. Daarnaast moet bij angstgedrag juist handelen om het angstgedrag niet onbedoeld te belonen. Download hier de socialisatiekaart voor uw pup Voorbeeld: Stel, u loopt met uw pup over straat. Er komt een voorbijganger aan die uw pup graag even wil aaien. De pup vindt dit eng en begint te blaffen en misschien wel te bijten. De voorbijganger trekt zijn handen terug en loopt verder. De pup heeft nu door; “Hé, als ik iets eng vind, gaat het weg doordat ik blaf en bijt!”.
De positieve ervaring is in dit geval het weggaan van de ‘ enge vreemde’. Uiteraard hoeft niet uitgelegd te worden wat voor consequenties dit gedrag kan hebben! Het beste kunt u de pup oppakken in een nieuwe situatie.
Dit voorkomt vluchtgedrag, jachtgedrag en aanvallen en dus ook de positieve ervaring die de pup kan opdoen. Zoals in het voorbeeld, is het ook verstandig de voorbijganger uit te leggen dat de pup nog moet leren. Til de pup op (de vreemde is nu ook zo groot niet meer!) en vraag de passant of hij een snoepje in de buurt van de puppy wil houden.
Laat vervolgens de puppy beslissen of hij dit wil aanpakken. Als dit zo is kan er na een paar keer vaak wel voorzichtig geaaid worden. Maar dan wel onder het kinnetje of op het borstje. Zo merkt het dier dat ook vreemde mensen heel plezierig kunnen zijn.
Het is aan te raden met uw pup naar een puppycursus te gaan. Ze worden in elke plaats wel gegeven. U zult merken dat uw pup dit fantastisch vindt. Het is een uitstekende manier om uw pup te socialiseren en meer over het gedrag van uw geliefde viervoeter te leren.
Is een pup veel werk?
Oververmoeid – Puppy’s moeten heel veel slapen op een dag (gemiddeld zo’n 18-20 uur). Als ze niet voldoende echte rust krijgen op een dag, worden ze vervelend. Vaak zijn ze ook net voordat ze in slaap vallen, hyperactief. Op zulke momenten weet de pup van gekkigheid niet wat hij allemaal moet doen.
Wat doe je de hele dag met een pup?
Om een goede dagindeling te maken voor jouw puppy dien je met de volgende zaken rekening houden: 1. Eigen dagindeling (aanpassen) Het is natuurlijk per hond (ras), gezin en situatie verschillend op welke tijd er acties worden ondernomen met de pup. Hoe laat staat de eerste persoon in huis op? Wanneer de pup wakker is, moet er direct iemand met de pup naar buiten.
Zindelijkheid Voorkomen, voorkomen, voorkomen dat je puppy binnen plast. Dit betekent letterlijk ontlasten vóór en ná het eten, spelen, slapen, kluiven, snuffelen etc. naar buiten. Daar is nog geen dagplanning op te maken.
Maar uiteindelijk werk je naar een ritme toe, zodat je naar 4 uitlaat momenten per dag kunt werken. Met ontlasten bedoelen we alleen maar naar buiten gaan om te ontlasten. Duur van de wandelingen Zowel lichamelijk als geestelijk is het van belang dat je niet te lang wandelt met je puppy.
- Er is door dierenartsen een richtlijn gemaakt voor de duur van de wandeling;
- We gaan dan uit van ‘5 minuten per maand’;
- Dus wanneer jouw puppy 2 maanden is, mag de wandeling ongeveer 10 minuten duren per keer;
Sommige mensen vinden dit erg kort, maar toch is dit ruim voldoende. De pup is nog volop in de groei en de gewrichten zijn nog niet ‘af’. Wanneer er dus toch teveel en te intensief gelopen wordt zonder goede rustmomenten is de kans op afwijkingen (denk aan HD en ED) groot.
Ook is de kans dat je je pup overprikkelt erg groot, wat de ontwikkeling geen goed doet. Wanneer je denkt dat je puppy toch meer uitdaging nodig heeft naast de ‘5 minuten per maand’ regel, kun je extra uitdaging geven door snuffelspelletjes of een Kong.
Andersom, wanneer je pup uitingen van vermoeidheid geeft, maak je de wandelingen uiteraard korter. Alleen zijn (opbouwen) Het aanleren van alleen zijn wordt helaas vaak onderschat. Dit moet langzaam worden opgebouwd en elke dag geoefend worden. Hier moet je dus je dagindeling goed op indelen.
Lees het Artikel: Alleen zijn 5. Slapen van de pup Een puppy moet veel slapen, en goed slapen, zonder afleiding en prikkels (denk aan bv. de kinderen). Je kunt een puppy helpen met goed slapen door de bench af te dekken of de positie van de bench/mand/rennetje op een zo rustig mogelijke plek te zetten.
Een puppy (t/m 6 maanden) slaapt ongeveer 18 tot 20 uur. Dit heeft de pup nodig om te groeien, maar ook om alle prikkels te verwerken. Een jonge hond (vanaf 6 t/m 24 maanden) slaapt ongeveer 16 tot 18 uur. Een volwassen hond slaapt ongeveer 16 uur. Slapen is ontzettend belangrijk voor een hond zijn ontwikkeling en het verwerken van prikkels.
Net als mensen is het bepalend voor het functioneren. Een veelgehoorde misvatting is dat mensen vinden dat de pup heel druk is, waardoor ze nog meer gaan ondernemen, maar dit is eigenlijk een teken van vermoeidheid.
Op de dag van je puppytraining op de hondenschool of van een socialisatieactiviteit maak je een ander moment korter of pas je je tijden aan. Of wanneer je een drukke dag met je pup hebt gehad, maak jij je dag de volgende dag minder intensief. Belangrijk is goed naar vermoeidheidssignalen van jouw pup te kijken. Vermoeidheidssignalen: – Waggelen onder het lopen (met name de achterkant) – Langzame bewegingen – Veel gapen achter elkaar – Wallen onder de ogen – Rode ogen – Gaan liggen – Wordt druk en bijterig – Pup ‘luistert’ niet meer – Lage, verdrietige en vermoeide houding en bewegingen Wanneer deze signalen aanhouden na aanpassing van je dagindeling is het noodzaak direct contact met je dierenarts op te nemen! Wanneer je met bovenstaande punten hebt rekening gehouden, kan je een dagindeling gaan maken. In onderstaande schema’s een aantal voorbeelden van een dagindeling: Let op! Dit is een voorbeeld! Uiteraard kan dit per puppy/gezinssituatie verschillen. Voorbeeld puppy 8 weken:
Wanneer de pup ouder is, verandert de duur van de wandeling en verdwijnen de ‘kleine ontlasting’ momenten heel rustig. Uiteraard kijk je naar wat geschikt is voor jouw hond. Wanneer jij twijfelt over de dagindeling van jouw hond kun je dit overleggen met de hondenschool. Voorbeeld puppy 24 weken:
Wat is een KONG??? Voorbeeld volwassen hond: Elke hond is een individu en niet elke dagindeling is zomaar geschikt voor jouw hond. Wanneer je twijfelt omdat je hond bijvoorbeeld onrustig is, veel blaft of juist extreem moe is, is het sterk aan te raden te overleggen met een (gediplomeerde) professional. Wist je dat we ook een online puppytraining aanbieden? Handig als je vanuit huis wilt beginnen met trainen of als aanvulling op een fysieke training.
Kan een hond 6 uur alleen zijn?
Honden zijn van nature graag bij hun groepsgenoten. Onze huishonden moeten echter regelmatig alleen thuis blijven. Voor een paar uur is dat meestal geen probleem, maar het moet de hond wel eerst aangeleerd worden. Hij moet het vertrouwen krijgen dat u altijd weer terug zult komen. Besteedt u hier te weinig aandacht aan, dan is de kans groter dat uw hond angst voor alleen zijn ontwikkelt.
- Hij kan dan bijvoorbeeld gaan blaffen, het huis slopen of onzindelijk worden als u hem te lang alleen laat;
- Angst om alleen te zijn is heel vervelend, zowel voor de hond als voor u;
- Het is niet altijd te voorkomen, maar u maakt de kans dat uw hond angst ontwikkelt zo klein mogelijk als u hem stap voor stap aanleert om alleen thuis te blijven;
Heeft u een pup, begin dan op jonge leeftijd al met oefenen. Ook als u een nieuwe volwassen hond heeft, is het verstandig om voorzichtig te bekijken of de hond wel of niet alleen kan zijn. Ook al kon de hond in zijn vorige huis wel goed alleen thuis zijn, alleen blijven in een nieuwe omgeving brengt altijd meer stress met zich mee.
- De hond zal eerst bij u moeten wennen dus bouw het alleen blijven altijd langzaam op;
- Bij een hond die niet alleen kan blijven zonder angstig te worden, gaat het vaak om de aanwezigheid van mensen in het algemeen;
In dat geval is een oppas voldoende om de hond rustig te houden. Er zijn echter ook honden die zo gehecht zijn aan één bepaald persoon dat ze er niet tegen kunnen als ze van die persoon (of enkele specifieke geliefde personen) gescheiden zijn. In zo’n geval helpt een oppas dus niet! De laatste vorm is in feite échte ‘verlatingsangst’; de eerste is ‘angst om alleen te zijn’.
Beide vormen worden bij honden echter vaak verlatingsangst (of in het Engels ‘separation anxiety’) genoemd en die term zullen we hier ook gebruiken. Geen enkele hond vindt het leuk om lang alleen te moeten zijn.
Honden hebben sociaal contact en beweging nodig en natuurlijk moeten ze ook regelmatig hun behoefte kunnen doen. Een richtlijn is om volwassen honden niet langer dan 4 tot maximaal (en niet elke dag) 6 uur achter elkaar alleen te laten. Hoe lang voor uw hond mogelijk is, verschilt per individu.
- Moet u toch eens langer weg, schakel dan een oppas of uitlaatservice in;
- Pups hebben veel contact en toezicht nodig en kunnen niet lang alleen zijn, 4 uur is voor hen veel te lang;
- Als u een pup in huis neemt, moet u er dus rekening mee houden dat u zeker het eerste half jaar niet lang van huis kunt! Er is veel verschil in hoe vervelend honden het vinden om alleen te moeten blijven;
Erfelijke aanleg speelt een rol. Uit sommige onderzoeken komen verschillen in gevoeligheid tussen rassen; zo is er een onderzoek waarbij Cocker Spaniels, Schnauzers en Teckels gevoeliger dan gemiddeld leken te zijn en in een ander onderzoek werden ook Engelse Springer Spaniels en Golden Retrievers genoemd.
- Er zijn echter ook onderzoeken waarin geen verschil tussen rassen werd gezien;
- Ook binnen een ras kunnen er foklijnen zijn waarin de honden meer moeite hebben met alleen blijven en een grotere kans hebben om verlatingsangst te ontwikkelen;
Honden die van een rescue organisatie komen zijn vaak extra gevoelig. Dit kan komen doordat ze als pup geen veilige hechting hadden met het moederdier, bijvoorbeeld door slechte omstandigheden tijdens het leven op straat of jong verlies van hun moeder. Mogelijk kunnen deze pups daardoor in hun latere leven hechtingsproblemen krijgen, zoals overmatig gebonden zijn aan een of enkele personen.
- Dat kan overigens ook gelden voor asielhonden;
- Bij plaatsing vormen zij vaak snel een sterke band en zijn dan extra gevoelig voor het (tijdelijk) verbreken daarvan;
- Daarnaast kunnen opgedane ervaringen invloed hebben op het ontwikkelen van angst voor alleen zijn;
Kijk dus altijd naar uw hond en hoe deze reageert. De training moet hierop afgestemd worden. Die training houdt in dat u heel geleidelijk het alleen blijven moet gaan introduceren en aanleren. Bij de ene hond zult u veel sneller door de stappen kunnen gaan dan bij de andere.
De in dit artikel beschreven opbouw geldt voor honden die nog niet geleerd hebben om alleen te blijven, zoals pups, en die nog niet bang zijn om alleen te zijn. Bij het leren om alleen te zijn is het heel belangrijk dat u de oefening langzaam opbouwt.
Het is namelijk de bedoeling dat de hond het vertrouwen krijgt én houdt dat u altijd terugkomt en dat het niet nodig is om nerveus te worden. Heeft u te veel haast en laat u de hond te lang alleen, dan zal hij zich onrustig gaan voelen en kan stress zich gaan opbouwen.
Dat vervelende gevoel dat hij dan heeft, zal hij gaan koppelen aan het alleen zijn. Het gevolg is dat hij voortaan steeds als hij alleen moet blijven, ook al is het maar even, dat gevoel weer krijgt. Hij is het vertrouwen kwijt dat u snel weer terugkomt.
Dit moet u voorkomen omdat het erg moeilijk is om dat vertrouwen weer terug te krijgen, u moet dan helemaal opnieuw beginnen met oefenen! Overhaast het dus niet, laat de hond het tempo bepalen. Ook al lijkt het langzaam te gaan, u bereikt zo uw uiteindelijke doel sneller.
Begin niet met oefenen om alleen te blijven op momenten dat uw hond vol energie zit. Kies eerder de momenten uit dat hij moe is van het wandelen of spelen. Hij zal dan veel sneller rustig blijven liggen op zijn eigen plek.
Natuurlijk is het ook verstandig als de hond voor het oefenen zijn behoeften heeft kunnen doen. Een eerste voorbereiding voor het alleen thuis blijven is om ervoor te zorgen dat uw hond zelfstandig is. Voor honden die constant achter hun eigenaar aanlopen in huis en eraan gewend zijn dat de baas altijd in de buurt is, is het contrast erg groot als de baas even weg moet.
Leer de hond dus om ook terwijl u thuis bezig bent, rustig in de kamer of op zijn eigen plek te blijven liggen in plaats van u te volgen. Dit oefent u eerst terwijl u in dezelfde kamer bent, daarna kunt u ook een paar tellen de kamer verlaten.
Zorg dat de hond iets te doen heeft, bijvoorbeeld dat er speelgoed ligt waar hij veilig op kan kauwen. Als dit goed gaat, dan kunt u voorzichtig de tijd dat u de kamer uit bent wat opbouwen. Hoe snel dat kan, ligt aan de reactie van uw hond. Maak de tijd eerst langer met stapjes van een paar seconden; kunt u zonder problemen een minuut wegblijven dan kunt u de stappen wat groter gaan maken (bijvoorbeeld met stapjes van 10-20 seconden tegelijk).
Hoe langer u weg kunt blijven, hoe groter u de stappen kunt maken, maar kijk naar uw hond om te bepalen wat voor hem haalbaar is. Zorg er hierbij voor dat u de tijd niet alleen maar steeds langer maakt maar kom tussendoor ook regelmatig weer snel terug.
Geef bij de oefeningen in huis geen aandacht aan de hond. Let op: misschien slaapt uw hond beneden in de huiskamer en gaat dat prima. Dat betekent echter niet dat hij overdag ook zo lang alleen kan blijven! Het naar bed gaan is voor de hond een hele duidelijke context en veel honden hebben snel in de gaten dat u niet echt weg bent.
Bovendien zijn ze dan moe en al snel wennen ze eraan dat dit een dagelijks terugkerend ritueel is. Het is heel anders voor hem als u overdag weggaat. Heeft u een pup of een nieuwe hond waarvan u bang bent dat hij dingen kapot zal maken of dingen doet die niet mogen als u even weg bent? Dan kunt u overwegen hem in een bench of andere veilige ruimte te zetten tijdens de oefeningen.
U moet hem dat echter wel eerst aanleren! Daarover leest u meer in het artikel over ‘ Een hondenbench gebruiken ‘. Als u de hond rustig een tijdje alleen kunt laten terwijl u elders in huis bent zonder dat hij zich daar druk om maakt, kunt u beginnen met oefeningen waarbij u ook echt het huis verlaat.
- Bouw ook dit voorzichtig op: eerst doet u alleen de voordeur open en weer dicht, later stapt u heel even naar buiten;
- Zorg ervoor dat u altijd terug bent voordat de hond nerveus begint te worden! Maak de tijd dat u weg bent steeds een paar tellen langer, maar bouw tussendoor ook weer steeds kortere oefeningen in die de hond gemakkelijk aankan (zodat het niet zo is dat elke volgende oefening langer is dan de vorige);
Kunt u eenmaal een minuut wegblijven dan kunt u iets grotere stappen gaan nemen. Vergeet niet om ook dan regelmatig oefeningen te doen waarbij u al na korte tijd terug bent. Let op: de hond mag niet leren voorspellen wanneer u langer en wanneer u korter weg bent.
- Als u tijdens het oefenen bijvoorbeeld steeds na 3 langere oefeningen 1 korte oefening inplant, dan gaat hij het patroon herkennen;
- Probeer dat dus zo onvoorspelbaar mogelijk af te wisselen;
- Eindig een oefensessie wel steeds met de langste oefening;
Mocht die langste oefening onverhoopt toch niet helemaal goed gaan (wat u natuurlijk probeert te voorkomen door rustig op te bouwen), doe dan nog een kortere oefening die zeker goed gaat zodat u de training positief kunt afsluiten. Ga niet te snel door naar lange oefeningen maar oefen voldoende met minder lange oefeningen zodat de basis er goed in zit.
Gaat het goed, oefen dan ook met een zo realistisch mogelijk vertrek. Als u van huis gaat om naar uw werk te gaan of een boodschap te doen, zult u vaak een paar dingen doen zoals uw sleutels pakken, schoenen aandoen, een tas pakken en uw jas aantrekken.
Honden leren vaak dat dit voorspelt dat u weggaat, en een hond die niet goed alleen kan zijn zal al nerveus worden als hij deze voorbereidingen ziet. Oefen ze daarom mee: bedenk wat u doet voor vertrek en ga één voor één deze vertreksignalen opnemen in het oefenen, zodat uw hond meteen leert dat ook dit heel gewoon is.
Maak de tijd dat u weg bent tijdens het oefenen met deze extra vertreksignalen de eerste keren weer korter dan waar u gebleven was. Dus kon u 10 seconden naar buiten, maar neemt u nu voor het eerst uw tas mee? Blijf dan dit keer bijvoorbeeld maar 3 seconden weg en bouw dat weer langzaam op.
Neem niet uitgebreid afscheid door bijvoorbeeld de hond te knuffelen: het is de bedoeling van de oefeningen dat uw tijdelijke afwezigheid voor de hond een ‘saaie’ gebeurtenis is. Neem dus rustig en kort afscheid. Het kan helpen als u op het moment dat u weggaat een vaste, korte zin zegt, bijvoorbeeld: ‘tot straks’.
De hond leert dan tijdens de oefening dat als u dat zegt, u weliswaar even weg bent maar ook dat u op tijd weer terug bent. Het wordt voor de hond uiteindelijk een signaal dat hij zich veilig kan blijven voelen.
U moet dan wel zeker weten dat u op tijd terug bent, dus voordat de hond nerveus wordt! Ga nooit ‘stiekem’ weg, bijvoorbeeld als de hond slaapt of doordat u hem afleidt met voer. Bij uw terugkomst kunt u de hond begroeten, maar doe dat rustig en kort, bijvoorbeeld door hem gewoon gedag te zeggen met een rustige, vriendelijke stem.
U hoeft hem dus niet helemaal te negeren. Ga hem echter niet uitgebreid knuffelen, dat kunt u later doen als hij helemaal kalm is. Om geluiden van buiten te maskeren wordt wel eens gebruik gemaakt van het aanzetten van de radio of een andere geluidsbron.
Dat kan handig zijn als u een hond heeft die snel blaft als hij iets hoort, maar pas wel op. Het komt regelmatig voor dat honden met verlatingsangst ook bang zijn voor geluiden. Angst voor geluiden tijdens het alleen zijn kan de angst voor het alleen zijn ook versterken.
- Van een radio of televisie weet u niet zeker welke geluiden er voorbij zullen komen;
- Een plotseling geluid van bijvoorbeeld een reclame of geluidsfragment tijdens een nieuwsbericht kan uw hond juist extra angstig maken;
Wilt u geluiden afspelen tijdens uw aanwezigheid, kies dan liever voor een geluidsbron waarvan u zeker weet dat het de hond niet onrustig maakt. Reageert uw hond niet sterk op geluiden van buiten, dan hoeft u ook geen muziek of ander geluid aan te zetten als u gaat oefenen met het alleen blijven.
- Er zijn veel verschillende gedragingen die uw hond kan laten zien als hij verlatingsangst heeft;
- Veel honden zullen janken, blaffen of piepen;
- Ook komt geregeld voor dat honden gaan slopen, vaak bij plaatsen waar u bent weggegaan zoals krabben aan de deur of vloer maar ook wel andere voorwerpen of meubilair;
In huis plassen of poepen kan ook een uiting van stress zijn. Andere tekenen van stress zijn bijvoorbeeld onrust, hijgen, bek aflikken, gapen, steeds van positie wisselen (staan, zitten, liggen), overmatig kwijlen en soms overgeven, zwetende voetzolen hebben of ineens haar verliezen.
- Vrij veel honden die verlatingsangst hebben, willen niet eten als ze alleen zijn;
- Er zijn echter ook honden die juist wél eten op momenten van stress;
- Het komt ook regelmatig voor dat honden eerst hun voer opeten maar zodra dat op is alsnog enorm gestrest raken door het alleen zijn;
Niet eten is dus vaak (niet altijd) een teken van stress; wél eten wil niet zeggen dat er niets aan de hand is! Honden met verlatingsangst volgen vaak hun eigenaar in huis, waar deze ook gaat. Omgekeerd is het niet zo, dat alle honden die de eigenaar in huis volgen ook slecht tegen alleen zijn kunnen.
- Honden met verlatingsangst zijn vaak ontzettend blij als de eigenaar terugkomt en het kan enkele minuten duren tot ze weer gekalmeerd zijn;
- Sommige dingen zijn opvallend zodra u thuiskomt, zoals plasjes, krassen op uw deur van nagels of een natte vacht door het kwijlen;
Sporen van uitbraakpogingen, zoals krassen, gesloopte deurposten en soms zelfs afgebroken en bloedende nagels zijn signalen dat de hond echt in paniek is en probeert te vluchten. Maar als uw hond vooral blaft en onrustig heen en weer loopt in huis, kunt u dat gemakkelijk missen.
- Soms is het geblaf al gestopt omdat de hond uw auto de straat in hoort rijden en denkt u dat de hond er geen problemen mee heeft, tot u van de buren hoort dat hij tekeer is gegaan;
- Het is belangrijk dat u tijdens het oefenen goed in de gaten houdt of het echt wel goed gaat;
Als uw hond toch nerveus begint te worden, kan dat uitlopen op verlatingsangst. Let daarom goed op of u tekenen van onrust ziet bij uw hond. U kunt een filmcamera laten lopen als u oefent. Zo zult u het horen als hij blaft of zachtjes piept of zien als hij stresssignalen laat zien zoals onrustig heen en weer lopen of veel hijgen.
- Heeft u geen camera dan kan een voicerecorder een aantal van deze signalen ook opvangen;
- U kunt ook een webcam of de camera van een mobiele telefoon gebruiken zodat u de hond via een andere mobiele telefoon kunt bekijken terwijl u oefent, bijvoorbeeld via software voor online meetings;
Op die manier kunt u direct reageren op wat u ziet en de oefening afbreken als u ziet dat de hond nerveus wordt. Let op: het is niet de bedoeling dat u via zo’n verbinding tegen uw hond praat terwijl u er niet bent! Zet de microfoon aan de kant van de hond uit zodat hij u en uw omgeving niet kan horen.
- Hij moet immers wennen aan het alleen blijven, zonder enige vorm van uw aanwezigheid;
- Bovendien bestaat er een kans dat het averechts werkt en de hond juist extra naar u op zoek gaat;
- In sommige gevallen blijkt de reden waarom een hond blaft als hij alleen is niet te zijn dat hij angstig is, maar blaft hij omdat hij erg waaks is en steeds voorbijgangers ziet of hoort;
En er zijn ook honden die bijvoorbeeld gaan slopen uit verveling als ze te lang alleen zijn, of die in huis plassen omdat ze nog niet goed zindelijk zijn of om medische redenen of wellicht omdat ze te weinig zijn uitgelaten. Ook daarom is het van belang om bij dergelijke signalen het gedrag tijdens uw afwezigheid te filmen, zodat u kunt zien of er meer tekenen van stress en angst aanwezig zijn of dat er misschien andere redenen zijn waarom het alleen blijven niet goed gaat. Tijdens de hele training zijn er twee belangrijke dingen om op te letten:
- Laat uw hond nooit langer alleen dan hij aankan! Kom dus altijd op tijd terug. Dat betekent dat u niet ineens een uur kunt gaan winkelen als uw hond pas tien minuten alleen was gebleven in de training. De kans is dan groot dat hij alsnog bang wordt en dan moet u weer helemaal van voor af aan beginnen bij een paar tellen alleen. Waarschijnlijk wordt de training zelfs moeilijker omdat de hond nu de ervaring heeft dat alleen blijven hem een angstige ervaring oplevert.
- Straf de hond nooit voor zijn gedrag als hij toch eens is gaan blaffen, plassen of slopen. Het gedrag ontstaat immers vanuit spanning, angst of zelfs paniek, en als u hem gaat straffen wordt dat alleen maar erger omdat de situatie er voor hem nog vervelender van wordt. Angst verdwijnt niet door de hond ervoor te straffen. De hond kan er bovendien niets aan doen dat hij zich zo naar voelt: u wél, namelijk door hem niet langer alleen te laten dan hij aankan.
Als uw hond problemen heeft met het leren om alleen thuis te blijven of als hij al verlatingsangst vertoont, kan dit verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld:
- Erfelijke aanleg
- Het is de hond nooit goed aangeleerd om alleen te blijven
- De hond heeft het wel geleerd en het ging goed, maar daarna hoefde hij een hele tijd nooit alleen thuis te blijven waardoor hij dit verleerde. Toen dit wel weer nodig was, is het niet opnieuw opgebouwd (denk aan situaties na vakanties of na ziekte of werkloosheid van de baas).
- De hond heeft iets engs of vervelends meegemaakt toen hij alleen was (bijvoorbeeld onweer of inbraak).
- Er is een plotselinge verandering van omstandigheden, bijvoorbeeld er is iemand uit het huishouden weggegaan door scheiding, uit huis gaan van kinderen of door overlijden. Of de hond is herplaatst, of u bent verhuisd.
- Oudere honden kunnen ineens problemen gaan krijgen met het alleen blijven, doordat er veranderingen in de hersenen plaatsvinden (zoals dementie).
- Fysieke aandoeningen kunnen effect hebben op het alleen blijven, denk aan blaasontsteking waardoor de hond ineens onzindelijk kan lijken, maar ook andere ziektes en pijn hebben effect op hoe de hond zich voelt. Het komt voor dat plotseling optredende verlatingsangst wordt veroorzaakt door een medisch probleem.
Sommige honden die, wanneer ze alleen moeten blijven, in een beperkte ruimte moeten zitten zoals in een bench of kleine kamer kunnen stress vertonen die niet te maken heeft met het alleen zijn maar met het ‘opgesloten’ zitten en doen het veel beter als ze vrij in huis mogen rondlopen. Opgesloten zijn betekent dat de hond geen controle heeft over zijn situatie en dat kan stress opleveren. Een hond met verlatingsangst ervaart stress, angst en soms paniek. Het is niet zo dat een hond bijvoorbeeld iets gaat slopen of in huis plast ‘omdat hij kwaad is dat hij niet mee mag’, ‘uit wraak’! En als uw hond zich ‘schuldig’ gedraagt wanneer u thuiskomt en er is iets gesloopt of er ligt plas, dan is dat niet omdat hij zich schuldig voelt.
- Regel dus een oppas! Ook een dagopvang of hondenuitlaatservice kunnen hierbij helpen;
- Hij neemt een onderdanige houding aan omdat hij merkt dat u niet blij of zelfs boos bent en hij wil voorkomen dat u agressie tegen hem vertoont, zoals boos tegen hem praten of hem op andere manieren straffen;
Maar hij snapt niet dat uw boosheid wordt veroorzaakt door iets wat hij misschien al een uur eerder heeft gedaan, uit angst, en hij weet ook niet dat dit ‘niet mag’: het was voor hem dan ook geen bewuste keuze maar een uiting van zijn stress en paniek! Verlatingsangst is een vervelend probleem dat de hond veel stress bezorgt en zijn welzijn en zijn gezondheid benadeelt.
Een goede opbouw op jonge leeftijd kan de kans op problemen verkleinen, maar verlatingsangst kan niet altijd voorkomen worden. Met een goede training en soms met medicijnen kan verlatingsangst behandeld worden.
Dit vergt wel inzet, want er is geen ‘quick fix’. De terugkerende stress van verlatingsangst is echter voor uw hond zowel heel vervelend als ongezond, en ook voor uw huisraad en de relatie met de buren is het belangrijk er iets aan te doen. Straf uw hond nooit voor zijn angst en gebruik nooit hulpmiddelen zoals een anti-blafband: deze werken averechts, geven de hond nog meer stress en zijn daardoor slecht voor het welzijn van de hond.
Hij blaft misschien niet meer, maar hij voelt zich waarschijnlijk nog ellendiger. Vertoont uw hond tekenen van verlatingsangst, ga dan eerst naar een dierenarts om mogelijke lichamelijke problemen uit te sluiten.
Een gediplomeerde hondengedragstherapeut of een veterinair gedragsspecialist kan u vervolgens helpen om een behandelplan op te stellen om het probleem aan te pakken. Hoe u aan betrouwbare adressen komt, leest u in het artikel over ‘ Gedragstherapie voor de hond ‘..
Hoe vaak moet je een pup van 6 maanden uitlaten?
Schema puppy uitlaten:
Leeftijd | Plasje ophouden | Minimum aantal keer uitlaten per dag |
---|---|---|
16 weken | 4 – 5 uur | 5 – 6 keer |
20 weken | 5 – 6 uur | 4 – 5 keer |
6 maanden | 6 – 8 uur | 3 – 4 keer |
7 maanden | 12 uur | 3 keer |
.
Hoe ver mag een pup van 4 maanden wandelen?
Jonge pups (van 2 t/m 8 maanden) – Een jonge pup mag 4-5 x daags wandelen. De duur van de wandeling mag 10 minuten per wandeling per maand leeftijd zijn. Dat betekent dat een pup van 3 maanden leeftijd, tot 30 minuten per wandeling mag lopen. Indien de pup eerder uitingen geeft van vermoeidheid dan moet er eerder worden gestopt.
- Wanneer pups met elkaar stoeien, dan is het belangrijk dat ze ongeveer van gelijke grootte en gewicht zijn;
- Als de ene pup veel groter is dan de andere, kunnen door onhandige bewegingen in het wilde spel, soms blessures ontstaan;
Het is verstandiger om de pup te laten spelen met een sociale, niet te drukke, volwassen hond. Zo leert de pup zich sociaal te gedragen, met minder kans op ongelukken. De ondergrond waar gestoeid wordt moet het liefst een zachte (bos)bodem zonder kuilen of obstakels zijn. Het spelen met stokken wordt afgeraden, in verband met de kans op verwondingen aan tong en keel. Balspelen zijn natuurlijk leuk, maar het met hoge snelheid achter een bal aanrennen en plotseling remmen of van richting veranderen, is te belastend voor een jonge hond. Een leuk alternatief is de pup in hoog gras te laten zoeken naar de bal. Het is belangrijk dat de pup leert om onder wisselende omstandigheden te lopen in alle gangen (stap, draf en galop, telgang). We adviseren wandelingen op wisselend terrein, waaronder hoog gras, bos of los zand.
Het voordeel van deze terreinsoorten is dat de snelheid laag blijft, waardoor overbelasting wordt voorkomen. Zo’n wandeling mag ongeveer 10 minuten per levensmaand duren, waarbij het wandelen over moeilijk en vlak terrein moet worden afgewisseld.
Dergelijke wandelingen worden maximaal vier maal per dag gemaakt. Er is geen onderscheid tussen grote en kleine pups! Alle honden moeten hun bewegingsapparaat ontwikkelen. Het is belangrijk om vermoeidheidsverschijnselen van de pup in de gaten te houden. Tekenen van vermoeidheid zijn:
- Gaan liggen
- Hijgen en gaan zitten
- Achterblijven tijdens de wandeling
- Verminderde alertheid, zoals het trager reageren op de naam en/of bekende commando’s.
Indien dit gebeurt tijdens de wandeling, zal de duur van de wandeling moeten worden ingekort naar 5 minuten per levensmaand, om dit in de loop van de volgende 2 weken weer voorzichtig op te bouwen. Traplopen is geen bezwaar voor jonge honden, mits dit rustig en aangelijnd gebeurt. Dit moet pups vooraf aangeleerd worden! Pups zijn in staat traptreden stappend (dus niet springend!) te nemen, als deze lager zijn dan de ellebooghoogte van de pup. Pups van kleine rassen kunnen beter gedragen worden. Ook kan gestart worden met balanstrainingen.