Wat Kost Een Hond Met Stamboom?
Mary Taylor
- 0
- 85
Heeft je pup een stamboom? Dan ligt de aanschafprijs rond €1250. Een hond zonder stamboom kost gemiddeld €450.
Wat kost een Stamboomhond?
Een stamboomhond als melkkoe – De stamboom is dé melkkoe van de Raad van Beheer. Het is hun grootste inkomstenbron: ze halen er zo’n 4 miljoen euro per jaar mee binnen. De kosten van een stamboom zijn 85,20 euro, en de verplichte DNA-afname kost 32,50. Totale kosten voor een stamboom per pup bedragen 117,70 euro.
Wat is een normale prijs voor een puppy?
Aankoopprijs puppy – Sommige mensen schrikken van de aanschafprijs van een pupje. Om enige referentie te hebben, vraag je best zoveel mogelijk rond aan mensen die je kent met hetzelfde ras hoeveel zij betaalden. Voor een puppy uit het asiel betaal je ongeveer 100 euro.
- Een raspup van een erkende fokker kost al snel honderden euro’s;
- Voor een kleine rashond mag je vanaf 400 euro rekenen;
- De prijzen van grote rashonden kunnen oplopen tot 1000 euro of meer;
- Het is je goed recht om meerdere fokkers te bezoeken en prijzen te vergelijken;
Alles hangt natuurlijk af van de kosten die de fokker vooraf maakte voor de pup. Een puppy wordt door de dierenarts van de kweker klinisch onderzocht, gechipt, gevaccineerd en meestal nog ontwormd. Daarnaast mag je het dagelijks onderhoud en de voeding niet vergeten.
Deze kosten worden doorgerekend. Op het internet vind je hondjes terug die soms de helft goedkoper zijn dan de honden van een stamboekfokker. Laat je niet verleiden door die aanbiedingen. Ga zorgvuldig na of deze laaggeprijsde pups voldoen aan alle voorwaarden.
Zijn alle vaccinaties correct toegediend? Is de pup ontwormd en gechipt? Voldoen beide ouders aan de gezondheidseisen die vandaag door de wetgever gesteld worden? Zijn de pups gesocialiseerd? Groeiden ze op in een prikkelrijke omgeving? Kan je de moeder van de pups zien? De aankoopprijs is slechts een onderdeel van de kostprijs van een hond.
Is het erg als een hond geen stamboom heeft?
Wie overweegt een rashond aan te schaffen, staat voor de keuze: een rashond met of zonder stamboom? Een rashond zonder stamboom scheelt een slok op een borrel. De stambomen worden verstrekt door de Raad van Beheer voor de Kynologie, maar die geeft nog al wisselende informatie over de voordelen van een stamboom. Op de website van de Raad van Beheer staat namelijk: De stamboom die door de Raad van Beheer wordt uitgegeven is uitsluitend een afstammingsbewijs en zegt niets over onder andere de gezondheidstoestand van de op de stamboom vermelde honden.
Echter, in allerlei publicaties maakt de Raad van Beheer wel degelijk onderscheid tussen rashonden met en zonder een stamboom op het gebied van gezondheid, waarbij de Raad doet voorkomen alsof de oorzaak van de erfelijke aandoeningen vooral te vinden is bij de look-a-likes (rashonden zonder stamboom).
Maar is dat ook waar? De Raad van Beheer baseert zich in zijn oordeel op het z. Incidentierapport van de Universiteit Utrecht. Kijken we naar de cijfers in het Incidentierapport dan zien we dat er 159 honden waren met een stamboom en daar werden 74 erfelijke aandoeningen aangetroffen.
- In dit onderzoek waren veel meer honden zonder stamboom: namelijk 1055 met 323 erfelijke aandoeningen;
- Dus concludeert de Raad ontstaan de problemen door rashonden zonder stamboom, want dat zijn er veel meer;
Velen zullen deze logica niet kunnen volgen, want het gaat er immers niet om of de stamboomhonden van de Raad meer of minder in aantal zijn, maar of ze gemiddeld gezonder zijn. Bij de 159 honden met stamboom waren 74 erfelijke aandoeningen, dus gemiddeld 0,47.
Bij de honden zonder stamboom is het gemiddelde 0,31. Het verschil is dus 0,16. Dat betekent dat in het Incidentie-onderzoek honden met stamboom gemiddeld meer dan 50% meer erfelijke aandoeningen hebben. Dat honden met stamboom het slechter doen dan honden zonder stamboom wordt nog eens bevestigd door een eigen enquête op de website van Dier&Recht, ingevuld door meer dan 2.
000 hondenbezitters. De verschillen waren hier overigens minder groot. Om (nog) meer duidelijkheid te krijgen of rashonden met stamboom meer/minder erfelijke aandoeningen hebben dan rashonden zonder stamboom, heeft Dier&Recht aan de Universiteit van Wageningen gevraagd hier onderzoek naar te doen.
Dat onderzoek werd gesaboteerd. Kennelijk waren de georganiseerde fokkers, dus de fokkers van rashonden met stamboom, bevreesd voor de uitkomst. Desondanks was de uitkomst dat dure honden met een stamboom niet significant gezonder zijn dan dezelfde honden zonder stamboom.
De meest voorzichtige conclusie is dat honden met een stamboom het zeker niet beter doen dan honden zonder stamboom. Men kan dus beter het extra geld voor een stamboom in de zak houden en reserveren voor de dierenarts aangezien een groot percentage van alle rashonden erfelijke gebreken hebben.
Een verklaring voor het feit dat honden zonder stamboom minder erfelijke aandoeningen hebben, is dat ze minder raszuiver zijn. Ze hebben daardoor minder last van inteelt. De Raad van Beheer stelt daar tegenover dat de honden van erkende fokkers medische tests dienen te ondergaan en dat geldt niet voor de look-a-likes.
In de praktijk blijkt dus dat deze tests weinig tot geen verschil maken. Over de zin en de onzin van deze medische tests zullen we meer schrijven in een volgende nieuwsbrief..
Waarom een hond met stamboom?
Voordelen van een hond met een stamboom – De term ‘Je weet wat je koopt’ geldt bij een hond met een stamboom helemaal.
- Je hebt ten eerste zekerheid over de (toekomstige) grootte en de vacht van de hond.
- Je weet vrij zeker hoe het karakter van je hond gaat worden en hoeveel activiteit hij nodig heeft.
- De afstamming en geregistreerde onderzoeksresultaten van alle stamboekhonden zijn voor iedereen te zien op internet.
- Je weet dat de fokker van je keus passie heeft voor zijn dieren en je een hondenleven lang tot steun kan zijn
- Je hond groeit vrijwel zeker op in huiselijke kring of een hondvriendelijke omgeving
- De fokker moet aan strenge regels voldoen en er is aandacht voor welzijn van de moederhond
- Er zijn eisen en aandacht voor inteelt
- Alle nesten van stamboompups worden gecontroleerd en geregistreerd in een officieel stamboek
- De Belgische KMSH stamboom is herkenbaar door het embleem van de maatschappij (het hoofd van de Sint-Hubertushond) en door het officiële logo van de FCI. Nederlandse stamboompups zijn herkenbaar aan een chipnummer dat begint met 52814 en een goudzegel van de Raad van Beheer in de vorm van een hond.
- Je kunt altijd de moederhond zien
- Je weet zeker wie de vader en de moeder zijn van de pup door 100% DNA-controle van alle nesten en pups.
- Je investeert in een gezondere toekomst voor rashonden door onderzoeken en DNA-opslag.
- Indien je zelf ooit een nestje wil fokken, kan je op de stamboom terugvallen om de nodige info over de bloedlijn op te zoeken om op die manier verantwoordelijk te fokken.
Hoe krijg je een stamboom voor een hond?
De stamboom van je pup ontvang je via de fokker. Alle stamboomhonden herken je aan het unieke chipnummer dat begint met 52814.
Hoe vraag ik een stamboom aan voor mijn hond?
25-06-2013 Vanaf nu heeft iedereen via internet directe toegang tot ‘Stambomen Online’, een databank van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied. In deze databank kan men de afstamming van een rashond opzoeken en weergeven. Het gaat om alle bij de NHSB geregistreerde rashonden geboren vanaf 1 januari 1997.
Men kan eenvoudig zoeken op de naam van de hond, het stamboomnummer of het chipnummer. Stambomen Online is rechtstreeks te benaderen via de website van de Raad van Beheer. Handig is dat men via deze databank tevens eenvoudig toegang heeft tot de geregistreerde gezondheidsonderzoeken van een hond.
Met het openbaar maken van deze stamboom- en gezondheidgegevens biedt de Raad van Beheer een voor iedereen beschikbare bron van informatie over rashonden waar fokkers, eigenaren en pupkopers hun voordeel mee kunnen doen. (Bron: www. raadvanbeheer. nl).
Wat is de goedkoopste puppy?
Vraag: Wat kost een hond? Antwoord: TIP: Ik heb een uitgebreide online video puppycursus. Een volledige vervanging van de fysieke lessen. Lees er hier alles over. Als je twijfelt om een hond in huis te halen kan een van de vragen die je jezelf stelt zijn of je zo’n beestje wel kunt betalen. Na de aanschaf ben je er niet, je moet je hond ook onderhouden.
Wij hebben geprobeerd de globale kosten van de aanschaf en het onderhoud op een rijtje te zetten. Dit blijven wel richtlijnen, als je wilt kun je vele malen meer uit geven dan de bedragen die wij noemen en er zijn ook mensen die het met minder redden.
De aanschaf De aanschaf kosten zijn afhankelijk van het soort hond dat je wilt en de plaats waar je hem vandaan haalt. Let goed op dat zeker bij honden goedkoop vaak duurkoop blijkt te zijn en naast hoge kosten ook veel verdriet kan veroorzaken. Lees ook het artikel over waar je op moet letten als je een hondje gaat kopen.
Een rashond die je via een door de rasvereniging goedgekeurde fokker koopt kost je ongeveer tussen de 500 en 2000 euro, afhankelijk van het ras. Voor een huishond van de meeste populaire rassen zul je rond de 800 euro kwijt zijn.
Een zogenaamd vuilnisbakje, een hondje dat een mix is van verschillende rassen, wordt meestal voor tussen de 200 en 500 euro aangeboden. Als je een hondje uit het asiel wilt adopteren betaal je plaatsingskosten om de kosten die het asiel voor dat hondje gehad heeft te dekken.
De hoogte van deze bijdrage verschilt per asiel maar ligt meestal rond de 150 euro. De uitzet De totale kosten van de spullen die je echt nodig hebt voor je hond vallen mee. De grootste kostenpost is de bench of mand.
De prijs hangt af voor hoe groot je hondje is en wat voor uitvoering je wilt. Een bench voor een middelgrote hond kun je vanaf ongeveer 50 euro krijgen ( zie hier meer prijzen ). Een mand of kussen voor een middelgrote hond kun je voor 15 euro krijgen, maar je kunt er ook meer dan 100 euro aan uitgeven ( zie hier meer prijzen ).
De overige kosten zijn nog meer afhankelijk van wat je er voor uit wilt geven. Een hondenriem met lijn van nylon kun je al voor 5 euro krijgen maar je kunt ook meer dan 50 euro uitgeven voor een leren lijn ( zie hier meer prijzen ).
Speeltjes kun je zelf maken , maar je kunt er ook heel veel geld voor uitgeven ( zie hier hoe je blut kunt raken ). Gewone simpele voer en drink bakken kun je al voor 2 euro krijgen, maar je kunt ook voor een design bak van meer dan 50 euro kiezen. ( Zie hier verschillende opties ).
Tenslotte heb je nog kammen of borstels nodig, afhankelijk van de vacht van je hond. Deze kunnen van enkele euro’s tot 30 euro kosten ( zie hier voor prijsvoorbeelden ). In totaal ben je dus vanaf 25 tot honderden euro’s kwijt afhankelijk van wilt hebben.
Het onderhoud De voorgaande kosten waren eenmalig en daar kun je voor sparen, maar het hebben van een of meer honden brengt ook maandelijkse kosten met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan de volgende zaken. Hondentraining, de meeste mensen beginnen met een puppycursus en gaan verder met een gehoorzaamheidscursus.
- Maar daar hoeft het niet te stoppen, er zijn genoeg mensen die zo enthousiast zijn dat ze vervolgens een hondensport kiezen om samen met hun hond te beoefenen;
- Als je tot deze groep behoort kun je afhankelijk van de hondenschool die je kiest vanaf 25 euro per maand rekenen;
Vaccinaties en ongediertebestrijding zijn ook jaarlijks terugkerende kosten, reken rond de 50 euro per jaar aan vaccinaties, rond de 50 euro per jaar om je hond vlo en teekvrij te houden ( zie hier prijzen vlooien en teken bescherming ) en rond de 20 euro per jaar aan ontworming ( zie hier prijzen ontwormingsmiddelen ).
- Reken daarnaast op overige medische kosten of kosten van een hondenverzekering , je kunt er van uit gaan dat je voor een basisverzekering van een middelgrote hond rond de 20 euro per maand kwijt bent;
- Of en hoeveel je kwijt bent aan vachtverzorging hangt van het type hond dat je kiest af;
Zolang je geen shows wilt lopen zul je met een kortharige hond zoals een labrador waarschijnlijk nooit een trimsalon van binnen zien. Neem je daarentegen een hond met een moeilijkere vacht, dan zal hij af en toe geknipt moeten worden. Een bezoek aan een trimsalon kost je rond de 40 euro per keer.
- Iedere hond moet eten, de meeste mensen geven naast het standaard voer regelmatig een snack;
- Hoeveel je hond eet hangt onder andere af van zijn volwassen streefgewicht;
- Je kunt uit heel veel soorten voer kiezen;
Voor een goede kwaliteit voer voor een middelgrote hond kun je rond de 40 euro per maand rekenen. Een klein hondje zal iets minder kosten en een grote hond kan je arm eten. Denk tenslotte goed na of je nog dingen als uitlaatservice en vakantie opvang nodig denkt te hebben.
- Kun je ‘s ochtends ‘s middags en ‘s avonds je hond zelf uit laten of heb je familie of vrienden die dat voor je willen doen dan heb je geen hondenuitlaatservice nodig;
- Denk er wel aan dat je hond hopelijk oud wordt, dus dat de opvang van nu er over 10 jaar misschien geen zin meer in heeft;
Als jij je hond niet zelf iedere middag uit kunt laten en niemand kent die dat wil doen kan het door gebruik te maken van een hondenuitlaat service toch haalbaar zijn om een hond te hebben. Reken op ongeveer 40 euro per maand voor iedere dag dat je de grote wandeling uitbesteedt.
Als je hond altijd mee kan op vakantie, of als je mensen kent die je hond in de vakantie op willen vangen hoef je ook niet op kosten voor vakantieopvang te rekenen. In ander gevallen kost een hondenpension rond de 12 euro per dag.
Tenslotte moet je in de meeste gemeentes hondenbelasting betalen. De hoogte hiervan is afhankelijk van de gemeente waar je in woont maar is over het algemeen ongeveer 75 euro per jaar. Vond je het artikel interessant? Dan wil ik je erop wijzen dat ik naast deze artikelen ook online video cursussen heb gemaakt. Ik heb jarenlang training ‘op het veld’ gegeven, maar ben er van overtuigd dat een online cursus minstens net zo goed is, waarschijnlijk zelfs beter! Neem eens een kijkje bij het online cursus aanbod! Al met al ben je dus behoorlijk wat kwijt aan je trouwe viervoeter, maar als je het geld kunt missen en genoeg tijd in je hond wilt en kunt stoppen krijg je er ook veel liefde voor terug. TIP: Op mijn Facebook pagina en Youtube kanaal plaats ik wekelijks meerdere filmpjes met tips voor alle (toekomstige) hondenbezitters. Vergeet ze dus niet beide te volgen!.
Welke honden zijn duur?
Tibetaanse mastiff De duurste hond ooit was een Tibetaanse mastiff en kostte 2 miljoen dollar. In Europa betaal je voor dit ras wel 6000 euro. Deze berghond is een van de oudste Aziatische hondenrassen dat kloosters in Tibet bewaakte.
Is een hond duur om te hebben?
De aankoopprijs van een hond varieert van 200 euro voor een adoptiehond tot 2000 euro of meer voor een rashond. Voor de aankoop van een tuig en leiband, een mand, een voerbak, waterbak en kauwmateriaal mag je tussen 100 en 400 euro rekenen.
Hoe weet ik of mijn hond een stamboom heeft?
Hoe ziet een stamboom van een hond eruit? – Een officieel ‘Raad van Beheer’ stamboom kun je herkennen aan de goudenzegel van Raad van Beheer in de vorm van een hond. Alle stamboomhonden, gefokt in Nederland, hebben een uniek chipnummer dat begint met: 52814. .
Hoe lang duurt het voor dat je een stamboom van de hond krijg?
Als de aanvraag van de fokker bij ons binnen is, duurt het vaak een aantal maanden voordat je als nieuwe eigenaar de stamboom van je hond krijgt. De gemiddelde levertijd van een stamboom aan de fokker is tussen de 12 tot 14 weken na de geboorte. Dit kan in de praktijk echter ook wat korter of langer zijn.
Hoe kies je een pup uit een nest?
Ga vooral af op je eigen gevoel Welke pup kiezen uit het nest, daarbij ga je vaak niet over één nacht ijs. Natuurlijk kan het liefde op het eerste gezicht zijn, maar het is logisch dat je vaker langskomt om de pups te ontmoeten. Wie weet is die ene stille, onzekere pup de volgende keer wel heel actief en stoer.
Kan ik een stamboom aanvragen?
Onderstaande is een verkorte weergave van hetgeen in het Stamboekreglement van de NVvK is vastgelegd, die alleen is bedoeld als naslagwerk. Onderstaande tekst is dan ook niet bedoeld ter vervanging van het stamboekreglement en u kunt hieraan geen rechten ontlenen.
- Het fokken van een nestje 1;
- Indien u gebruik maakt van een buitendekking (dekking door een kater die niet van uzelf is) dient u samen met de eigenaar van de kater een dekkaterverklaring in te vullen;
- Deze verklaring kunt u downloaden van de website;
Het is bij de NVvK verplicht om een aantal gezondheidsonderzoeken te doen vóórdat de dekking plaatsvindt. Het gaat om de volgende onderzoeken:
-
- Een fiv/felv-test.
- Een onderzoek door een dierenarts waarbij wordt vastgesteld of sprake is van een navelbreuk.
- Voor katers: een onderzoek door een dierenarts waarbij wordt vastgesteld of beide teelballen zijn ingedaald.
- Voor witte katten: een BAER-test waarbij wordt vastgesteld of sprake is van (één- of tweezijdige) doofheid.
Als de kittens geboren zijn 3. Als uw poes bevallen is van een nestje dient u hiervan, binnen tien dagen na de geboorte, melding te maken bij het stamboeksecretariaat. Ook doodgeboren kittens dient u aan te geven. Het melden van een nestje kunt u doen door het invullen van het formulier ‘Geboorteaangifte’ op de website.
- U ontvangt van deze nestmelding een automatische bevestiging in uw mailbox;
- Controleer goed of alles klopt en geef eventuele onjuistheden zo snel mogelijk door via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots;
JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Stambomen aanvragen 6. Stambomen kunnen worden aangevraagd tot uiterlijk vier maanden na geboorte van het nest. Het aanvragen van stambomen kunt u doen door het invullen van het formulier ‘Stambomen aanvragen’ op de website. Tijdens de aanvraag wordt u gevraagd een aantal bescheiden te uploaden:
-
- De dekkaterverklaring, indien u gebruik heeft gemaakt van een buitendekking, of een eigendomsbewijs van uw kater, indien u gebruik heeft gemaakt van uw eigen kater;
- Scans van de originele stambomen van beide ouders. Hierop mogen geen wijzigingen zijn aangebracht of dingen onleesbaar zijn gemaakt;
- Scans van de eventuele titelcertificaten van de ouders;
- Scans van de chipstickers van elk kitten;
- Een scan van de uitslagen van de onder punt 2 genoemde onderzoeken. Voor bepaalde rassen gelden aanvullende onderzoeken, lees dit na in het stamboekreglement;
- Bij witte kittens: een scan van de BAER-test van het kitten.
Niet voor de fok 9. Indien gewenst kan op de stamboom de tekst ‘Niet bestemd voor de fok’ worden geplaatst. Indien u dit wenst kunt u dit aangeven op het formulier ‘Stambomen aanvragen’ 10. De NVvK raadt haar fokkerleden aan om, ook indien u deze tekst laat plaatsen, goede afspraken te maken met kittenkopers over het niet fokken met het betreffende kitten.
U ontvangt van deze aanvraag een automatische bevestiging in uw mailbox. Controleer goed of alles klopt en geef eventuele onjuistheden zo snel mogelijk door. Een vereniging mag bij een stamboomaanvraag namelijk ondanks vermelding van deze tekst niet weigeren om stambomen af te geven.
Verwerkingstijd 11. Het stamboeksecretariaat streeft ernaar om aanvragen binnen zes weken af te handelen. Dit kan soms langer duren door (onvoorziene) omstandigheden zoals ziekte of vakantie, of door grote drukte bij het stamboeksecretariaat. 12. Deze zes weken gaan lopen vanaf het moment dat de aanvraag volledig is en de betaling is ontvangen.
Het is daarom belangrijk om de ontvangstbevestiging van uw aanvraag goed te controleren op eventuele fouten, en om te controleren of de bijlagen goed zijn geüpload. 13. In de ontvangstbevestiging vindt u tevens terug wat de kosten zijn voor de door u aangevraagde stambomen en op welk rekeningnummer u dit bedrag dient over te maken.
U ontvangt daarvoor geen factuur. Vragen 14. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met het Stamboeksecretariaat via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Met vriendelijke groet, Stamboeksecretariaat N.
Kan een kruising hond een stamboom hebben?
Het ExpertiseCentrum Genetica Gezelschapsdieren van Universiteit Utrecht heeft een wetenschappelijke studie gedaan om na te gaan welke erfelijke en/of rasgebonden ziekten belangrijk zijn bij de populairste hondenrassen. Belangrijk is dat daarbij speciaal is gekeken welke van deze ziekten binnen Nederland van belang zijn.
Onder de term ‘ rashonden ‘ verstaan we hier alle honden van een ras, met of zonder stamboom. Rashonden met een stamboom noemen we ‘ stamboomhonden ‘. Van stamboomhonden is de afkomst en die van hun voorouders bekend.
Sinds 2014 wordt in Nederland DNA afgenomen bij stamboomhonden om daarmee hun afkomst te controleren. Rashonden zonder stamboom worden ook wel ‘ look-alikes ‘ genoemd. Ze lijken precies op de stamboomhonden van dat ras, maar hebben geen stamboom om aan te tonen dat zij en al hun voorouders daadwerkelijk voor 100% van dat ras zijn.
Er kan dus niet met zekerheid gezegd worden dat zij geen ‘vreemde’ genen in hun erfelijk materiaal hebben. Met ‘ kruising ‘ bedoelen we hier alle honden waarin meerdere rassen gekruist zijn. Dat kan een kruising zijn van twee bekende rassen, of een kruising van een bekend ras met een onbekende hond, of een mengelmoes van allerlei rassen door elkaar.
In het onderzoek van Universiteit Utrecht is gekeken naar rashonden, dus zowel met als zonder stamboom. Dat heeft meerdere redenen:
- Bij publicaties van wetenschappelijk onderzoek wordt vaak niet gemeld of het honden met of zonder stamboom betreft.
- Honden zonder stamboompapieren die toch overduidelijk van een bepaald ras zijn, ontstaan vaak uit dezelfde verzameling erfelijk materiaal als honden die dat papier wel hebben. Een stamboom moet door de fokker worden aangevraagd. Als deze dat niet doet, krijgt de hond geen stamboompapieren, maar blijft het nog steeds dezelfde hond met dezelfde erfelijke eigenschappen.
- Voor het doen van degelijk wetenschappelijk onderzoek is een grote groep dieren nodig. Het aantal stamboomhonden is bij de dieren die tot nu toe onderzocht zijn vaak nog te klein om betrouwbare uitspraken te doen over alleen stamboomhonden. Door ook rashonden zonder stamboom bij het onderzoek te betrekken, die vrijwel dezelfde genen zullen hebben, zijn betrouwbare uitspraken wél mogelijk.
In de toekomst, als de groep honden die in dit onderzoek bekeken wordt steeds groter wordt, hopen we zoveel gegevens te hebben dat er wél een betrouwbaar onderscheid gemaakt kan worden tussen de resultaten van stamboomhonden en die van look-alikes. Op dit moment zijn er 38 rassen opgenomen. De keuze voor de rassen is gebaseerd op de top 25 van hondenrassen waarvan de afgelopen jaren de meeste pups met stamboom zijn geboren (bron: gegevens Raad van Beheer op Kynologisch Gebied). Daaraan zijn de 9 Nederlandse hondenrassen toegevoegd en vier rassen die weliswaar niet in de top 25 voorkomen bij de Raad van Beheer, maar wel veel in het straatbeeld worden gezien (veel look-alikes hebben).
- Alle honden van een bepaald ras binnen Nederland noemen we de Nederlandse populatie van dat ras;
- Binnen deze populatie is vrij veel uitwisseling van erfelijk materiaal, omdat honden met elkaar gepaard worden en genen (ook die met een foutje) zo worden doorgegeven;
Er is veel minder uitwisseling van erfelijk materiaal met honden van dit ras uit andere Europese landen. En er is meestal heel weinig uitwisseling van erfelijk materiaal met honden uit bijvoorbeeld Amerika of Australië. Dat gebeurt alleen als er honden (of sperma als het gaat om kunstmatige inseminatie) uit die landen hierheen worden gehaald om mee te fokken.
Daardoor hoeft een ziekte die in het erfelijk materiaal van dat ras in Australië voorkomt, niet ook binnen de Nederlandse populatie van dat ras voor te komen. Als bij het maken van een lijst met erfelijke aandoeningen van een ras niet wordt opgelet waar die aandoening is gesignaleerd, dan ontstaat een vertekend beeld.
Want een ziekte bij een hond van een bepaald ras in Amerika zegt niets over of die ziekte ook bij de Nederlandse honden van dat ras voorkomt. Om te weten welke ziekten er nu echt binnen Nederland bij de hondenrassen voorkomen, moet daarom onderscheid gemaakt worden naar waar zo’n ziekte precies is gevonden en moet er goed gekeken worden naar wat dierenartsen in Nederland bij honden aantreffen.
- Eerst is een kwalitatief onderzoek gedaan: welke aandoeningen zijn belangrijk bij de rassen in Nederland? Dit onderzoek bestond uit 3 onderdelen.
- Daarna is gestart met een kwantitatief onderzoek: hoe vaak komt een bepaalde aandoening bij dit ras in Nederland voor?
Dit laatste onderzoek blijft doorlopen. De uitkomsten worden steeds up to date gehouden zodra er nieuwe gegevens beschikbaar zijn over de Nederlandse hondenpopulaties. In de eerste plaats is er een literatuurstudie uitgevoerd om na te gaan welke aandoeningen bij welk ras beschreven zijn in de literatuur.
Het onderzoek van de Universiteit Utrecht heeft zich hier speciaal op gericht. Het is uitgevoerd in verschillende stappen. De gebruikte bronnen zijn wetenschappelijke artikelen, diergeneeskundige overzichtsboeken, online databases van onderzoeksinstellingen, webpagina’s van laboratoria en rapportages van rasverenigingen.
De bronnen zijn gewogen op betrouwbaarheid en mogelijke relevantie voor de Nederlandse populatie. Uit deze literatuurstudie is een overzicht ontstaan van de belangrijkste aandoeningen per ras die belangrijk kunnen zijn voor de Nederlandse populaties. Specialisten van de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren (UKG) van Universiteit Utrecht gaven op basis van hun kennis en praktijkervaring binnen hun vakgebied aan welke aandoeningen belangrijk zijn voor elk van de onderzochte rassen in Nederland.
- Patiënten die bij de UKG (Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren) komen, worden bijgehouden in een database;
- Uit deze database is gemeten bij welke specialistische poliklinieken de honden van elk ras kwamen;
Er zijn ook gegevens verzameld over een controlepopulatie, namelijk alle honden die als ‘Kruising’ in de database stonden. Dat zijn bijvoorbeeld kruisingen van twee rassen, maar ook honden waarvan helemaal niet duidelijk is uit welke rassen ze zijn ontstaan.
Bij die dieren is erfelijk materiaal van allerlei rassen door elkaar aanwezig. Daardoor zijn ze een goed ‘gemiddelde’ om de gegevens van de rassen mee te vergelijken. Door de gegevens van de rassen en die van de controlegroep te vergelijken, is achterhaald welke poliklinieken door de honden van een bepaald ras vaker dan gemiddeld bezocht werden.
Orgaansystemen Ieder specialisme richt zich op een bepaald orgaansysteem van het lichaam, bijvoorbeeld op maag en darmen, op het bewegingsstelsel of op de huid. Als een ras vaker bij een specialisme gezien wordt, dan is dat een aanwijzing dat aandoeningen aan dat orgaansysteem vaker voorkomen bij dat ras dan bij de ‘gemiddelde’ kruising.
- Representatief? Patiënten die bij een van de verwijsklinieken van de UKG komen zijn geen één op één afspiegeling van de hele Nederlandse populatie;
- Dieren worden eerder doorverwezen als ze een aandoening hebben waarbij de diagnose of behandeling lastig is en niet door de eigen dierenarts kan worden gedaan;
Maar er kan worden aangenomen dat aandoeningen die erg belangrijk zijn voor een ras, doordat ze ernstig zijn of heel veel voorkomen, ook binnen de UKG worden gezien. De database kan daarom wel worden gebruikt om te zien welke aandoeningen voorkomen (kwalitatieve informatie) maar niet om te zien hoe vaak de aandoeningen voorkomen (kwantitatieve informatie) in de hele Nederlandse populatie.
Dieren die actief door de UKG waren opgeroepen om deel te nemen aan een onderzoek naar een bepaalde ziekte, of dieren die alleen naar de UKG kwamen om getest te worden op een bepaalde aandoening via een rasvereniging (bijvoorbeeld omdat de vereniging voor het fokken een test op die ziekte verplicht stelt) zijn niet in het onderzoek meegenomen.
Dit zou namelijk een vertekend beeld geven. Bij het vergelijken van de rassen met de controlegroep is rekening gehouden met het gewicht van de hond, omdat blijkt dat sommige aandoeningen, onafhankelijk van het ras, vaker voorkomen bij kleine dan bij grote honden of juist andersom.
Er is daarom onderscheid gemaakt in honden met een gewicht van minder dan tien kilo en honden met een hoger gewicht. Op die manier kan bijvoorbeeld bekeken worden of een aandoening die vaker voorkomt bij kleine honden, bij een specifiek klein ras nog vaker voorkomt dan bij de ‘gemiddelde’ kleine hond.
Onderzoeksperiode De analyse van de database van de UKG is zoveel mogelijk gedaan over de periode van 2008 t/m 2012, dus vijf jaar. Die periode is gekozen omdat er voldoende dieren per ras in de database moeten staan om betrouwbare (significante) uitspraken over de aandoeningen te kunnen doen, en om toch tegelijkertijd een recent beeld van de situatie te kunnen geven.
Voor sommige rassen waren er in die periode van vijf jaar te weinig dieren bij de UKG geweest om betrouwbare gegevens te krijgen, bijvoorbeeld omdat het een ras is dat minder vaak voorkomt. In die gevallen is gekeken naar een periode van 10 jaar: 2003 t/m 2012.
Door stap 1, 2 en 3 samen werd duidelijk welke orgaansystemen mogelijk vaker bij ziekte betrokken zijn bij de specifieke rashonden in Nederland dan bij de gemiddelde kruising en om welke ziekten het dan gaat. De gevonden aandoeningen werden ingedeeld in drie lijsten: A lijst : de aandoeningen uit de meest betrouwbare bronnen en met de meeste relevantie voor de Nederlandse populatie.
- Van deze aandoeningen is het duidelijk dat ze bij het ras binnen Nederland voorkomen en erfelijk zijn;
- Deze aandoeningen staan op deze website vermeld als “Belangrijkste aandoeningen voor dit ras in Nederland” B lijst : deze aandoeningen zijn gemeld in de wetenschappelijke literatuur, maar er zijn geen harde aanwijzingen dat zij belangrijk zijn voor de Nederlandse populatie;
In deze categorie schuilen echter wel ziekten die mogelijk in de toekomst in Nederland belangrijk kunnen worden bij het ras. Bijvoorbeeld omdat de aandoening niet in Nederland is beschreven maar wel in landen om ons heen of waarvandaan regelmatig honden van dat ras hierheen worden gehaald voor de fok.
Of omdat het wel regelmatig door dierenartsen geconstateerd wordt, maar er nog geen onderzoek is gedaan naar hoe vaak het voorkomt en of er een duidelijke erfelijke achtergrond is. Deze aandoeningen staan op de website vermeld onder het kopje “Overige aandoeningen die bij dit ras van belang zouden kunnen zijn”.
C lijst : deze aandoeningen komen uit de minst betrouwbare bronnen en zullen niet of nauwelijks relevant zijn. Er wordt bijvoorbeeld een ziekte beschreven bij slechts enkele gevallen in het buitenland, of er is geen degelijk onderzoek gedaan of geen erfelijke achtergrond aangetoond.
- Deze aandoeningen worden daarom niet op de website vermeld;
- Soms komt uit recent onderzoek een nieuwe aandoening naar voren die belangrijk blijkt te zijn bij een ras in Nederland of die in landen om ons heen wordt gevonden en daardoor in de toekomst ook bij Nederlandse honden belangrijk kan worden;
In zulke gevallen kunnen deze aandoeningen, na overleg met het ECGG, worden toegevoegd aan de A-lijst of B-lijst. Dit is dan vermeld onderaan de informatie per ras. Op basis van het kwalitatieve onderzoek is begonnen met een analyse van welke aandoeningen er gezien worden in eerstelijns dierenartsenpraktijken.
Elk ziek dier komt immers eerst bij de eigen dierenarts. Daarom is dit de meest objectieve en betrouwbare bron om in te schatten hoe vaak een bepaalde ziekte bij een ras voorkomt binnen Nederland. Verspreid over het hele land doen enkele honderden dierenartsen mee aan dit onderzoek.
In de nabije toekomst kunnen vrijwel alle dierenartsen met dit systeem meedoen. Al deze gegevens worden verzameld en geanalyseerd. Ook hierbij worden honden die als ‘kruising’ staan ingeschreven gebruikt als een controlegroep omdat ze ‘de gemiddelde hond’ representeren.
- De gegevens die uit dit onderzoek komen, zullen in de komende jaren steeds worden aangevuld;
- Van rassen die heel veel voorkomen zijn eerder betrouwbare gegevens bekend dan van rassen die weinig voorkomen;
Zodra er voldoende gegevens zijn om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over hoe vaak een aandoening bij een ras voorkomt binnen Nederland, is dat op deze website te zien. Op termijn, als er heel veel gegevens verzameld zijn, wordt het hopelijk ook mogelijk om onderscheid te maken tussen rashonden met en zonder stamboom..
Wat is een FCI stamboom?
Stamboom – Het magische woord, mijn hond heeft een stamboom. Zeker voor de nieuweling in de hondenwereld vaak een echt koop-argument. Maar let op… ook hier zit veel kaf onder het koren. De enige “echte” wordt vaak omschreven als de FCI-stamboom (Fédération Cynologique Internationale) maar wordt –bij een in Nederland geboren rashondenpup, afgegeven door de Raad van Beheer.
- Met logo van de FCI er op! De pup heeft dus een 52814-chipnummer (weet u nog);
- Stambomen aanvragen kost tijd, dus meestal zal een jonge pup deze officiële stamboom pas later krijgen;
- Pups ouder dan 15 weken kunnen een buitenlandse stamboom hebben;
Ook daar moet deze dan zijn afgegeven door de door de FCI erkende Kennelclub. Uitzonderingen zijn Engelse en Amerikaanse pups, deze landen zijn geen lid van de FCI. Daar is de stamboom dus van de UK Kennelclub of de AKC afkomstig. Deze stambomen worden ook door de Raad van Beheer erkend en de import-pup kan in het NHSB (Nederland Honden Stamboek) worden bijgeschreven*.
- Maar er zijn meer stambomen, gedrukt op geschept papier met talloze glitterende zegels;
- Gouden, zilveren en diamanten stambomen;
- Arfe , ECC, EHU, UKC, UCI, de een nog mooier dan de ander;
- Helaas, ze hebben de waarde van het papier waarop ze gedrukt zijn (soms nog minder);
U kunt er niets mee, niet deelnemen aan shows, niet erkend mee fokken, niets. Deze organisaties zijn in het algemeen louter uit op uw geld. U koopt gewoon online een stamboom. Meer niet. Wie eens flink wil lachten kijkt op deze site, designercanineregistry. com om de ellenlange lijst van “breeds”, rassen, te bekijken.
Elk natuurlijk voorzien van stamboom. Die tussen de 20 en 50 dollar kost per hond, gelamineerd 8 dollar extra. Voor 15 dollar heeft u hem zelfs binnen drie dagen thuis. We hebben het niet geprobeerd, maar vermoedelijk kunt u hier zelfs uw pluchen hondje van de Bart Smit van stamboom voorzien, mits u de beurs maar trekt.
En –zeker in de VS- hier zijn er meer van. Leuk voor op de zondagmiddag, laat uw familie de twee rassen raden die ten grondslag liggen aan de Boskimo, de Brug, de Shocker, en, geloof het of niet, hij staat in de lijst, de Ewoak. Kruising Yorkshire Terrier en Teddybeer.
- Voor sommige niet-erkende rassen (Boerboel etc;
- ) kan een niet-erkende stamboom soms wel handig zijn, maar vraag dat na bij de rasvereniging;
- Die hebben soms speciale regels;
- Elke andere stamboom ,we zeiden het al, is niet meer dan veredeld WC-papier;
En oh, wat kwamen we er veel tegen, zelfs voor niet-bestaande rassen. Want echt, de Pitbull is GEEN hondenras ! Tot zover voor vandaag, morgen kijken we eens naar hoe we de broodfokker, de puppymill kunnen herkennen tussen al die advertenties. en natuurlijk naar de top-verkoopwoorden, doodle en hypoallergeen. Lees alle delen:
- Deel 1
- Deel 2
- Deel 3
Wat kost een pup voor een fokker?
Afhankelijk van het eindgewicht van de pups zijn de kosten variabel, je moet opgeteld rekenen op een bedrag uiteenlopend van 1000 – 3400 euro. Hierbij zijn erfelijkheidsonderzoeken en drachtdiagnose achterwege gelaten. Een nest pups fokken is duur en er gaat heel veel tijd in zitten.
Hoe kom ik aan een FCI stamboom?
Je kunt dit doen door in te loggen in je Mijn RvB account. Zorg dat je alle informatie die nodig is voor de dekaangifte bij de hand hebt en je kunt uploaden. Dit kunnen bijvoorbeeld kopieën van de stamboom van een buitenlandse reu, DNA-profielen of een dierenartsverklaring bij kunstmatige inseminatie zijn.
Hoe weet ik of mijn hond een stamboom heeft?
Hoe ziet een stamboom van een hond eruit? – Een officieel ‘Raad van Beheer’ stamboom kun je herkennen aan de goudenzegel van Raad van Beheer in de vorm van een hond. Alle stamboomhonden, gefokt in Nederland, hebben een uniek chipnummer dat begint met: 52814. .
Kan ik een stamboom aanvragen?
Onderstaande is een verkorte weergave van hetgeen in het Stamboekreglement van de NVvK is vastgelegd, die alleen is bedoeld als naslagwerk. Onderstaande tekst is dan ook niet bedoeld ter vervanging van het stamboekreglement en u kunt hieraan geen rechten ontlenen.
Het fokken van een nestje 1. Indien u gebruik maakt van een buitendekking (dekking door een kater die niet van uzelf is) dient u samen met de eigenaar van de kater een dekkaterverklaring in te vullen. Deze verklaring kunt u downloaden van de website.
Het is bij de NVvK verplicht om een aantal gezondheidsonderzoeken te doen vóórdat de dekking plaatsvindt. Het gaat om de volgende onderzoeken:
-
- Een fiv/felv-test.
- Een onderzoek door een dierenarts waarbij wordt vastgesteld of sprake is van een navelbreuk.
- Voor katers: een onderzoek door een dierenarts waarbij wordt vastgesteld of beide teelballen zijn ingedaald.
- Voor witte katten: een BAER-test waarbij wordt vastgesteld of sprake is van (één- of tweezijdige) doofheid.
Als de kittens geboren zijn 3. Als uw poes bevallen is van een nestje dient u hiervan, binnen tien dagen na de geboorte, melding te maken bij het stamboeksecretariaat. Ook doodgeboren kittens dient u aan te geven. Het melden van een nestje kunt u doen door het invullen van het formulier ‘Geboorteaangifte’ op de website.
U ontvangt van deze nestmelding een automatische bevestiging in uw mailbox. Controleer goed of alles klopt en geef eventuele onjuistheden zo snel mogelijk door via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots.
JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Stambomen aanvragen 6. Stambomen kunnen worden aangevraagd tot uiterlijk vier maanden na geboorte van het nest. Het aanvragen van stambomen kunt u doen door het invullen van het formulier ‘Stambomen aanvragen’ op de website. Tijdens de aanvraag wordt u gevraagd een aantal bescheiden te uploaden:
-
- De dekkaterverklaring, indien u gebruik heeft gemaakt van een buitendekking, of een eigendomsbewijs van uw kater, indien u gebruik heeft gemaakt van uw eigen kater;
- Scans van de originele stambomen van beide ouders. Hierop mogen geen wijzigingen zijn aangebracht of dingen onleesbaar zijn gemaakt;
- Scans van de eventuele titelcertificaten van de ouders;
- Scans van de chipstickers van elk kitten;
- Een scan van de uitslagen van de onder punt 2 genoemde onderzoeken. Voor bepaalde rassen gelden aanvullende onderzoeken, lees dit na in het stamboekreglement;
- Bij witte kittens: een scan van de BAER-test van het kitten.
Niet voor de fok 9. Indien gewenst kan op de stamboom de tekst ‘Niet bestemd voor de fok’ worden geplaatst. Indien u dit wenst kunt u dit aangeven op het formulier ‘Stambomen aanvragen’ 10. De NVvK raadt haar fokkerleden aan om, ook indien u deze tekst laat plaatsen, goede afspraken te maken met kittenkopers over het niet fokken met het betreffende kitten.
- U ontvangt van deze aanvraag een automatische bevestiging in uw mailbox;
- Controleer goed of alles klopt en geef eventuele onjuistheden zo snel mogelijk door;
- Een vereniging mag bij een stamboomaanvraag namelijk ondanks vermelding van deze tekst niet weigeren om stambomen af te geven;
Verwerkingstijd 11. Het stamboeksecretariaat streeft ernaar om aanvragen binnen zes weken af te handelen. Dit kan soms langer duren door (onvoorziene) omstandigheden zoals ziekte of vakantie, of door grote drukte bij het stamboeksecretariaat. 12. Deze zes weken gaan lopen vanaf het moment dat de aanvraag volledig is en de betaling is ontvangen.
Het is daarom belangrijk om de ontvangstbevestiging van uw aanvraag goed te controleren op eventuele fouten, en om te controleren of de bijlagen goed zijn geüpload. 13. In de ontvangstbevestiging vindt u tevens terug wat de kosten zijn voor de door u aangevraagde stambomen en op welk rekeningnummer u dit bedrag dient over te maken.
U ontvangt daarvoor geen factuur. Vragen 14. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met het Stamboeksecretariaat via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Met vriendelijke groet, Stamboeksecretariaat N.