Welke Inentingen Hond Voor Frankrijk?
Mary Taylor
- 0
- 56
Honden, katten en fretten – Honden, katten en fretten vallen onder Europese regelgeving. Dat betekent dat de dieren onder meer een Europees dierenpaspoort, een chip en een geldige inenting tegen hondsdolheid (rabiës vaccinatie) moeten hebben. Er wordt geen uitzondering gemaakt voor jonge dieren.
Welke inentingen moet een hond hebben voor Frankrijk?
Identificatie voor je huisdier en inentingen – Huisdieren moeten geïdentificeerd kunnen worden via een elektronische chip of tatoeage. Ze moeten een geldige inenting tegen rabiës hebben en je dient het Europees huisdierenpaspoort bij je te hebben op reis.
Welke honden mogen mee naar Frankrijk?
Europese honden die op vakantie willen in Frankrijk moeten zich aan onderstaande regels houden. Dit geldt voor iedere hond die Frankrijk in wil. Sinds 3 juli 2004 heeft iedere hond die de grens over gaat een Europees paspoort nodig en is identificatie door middel van een chip verplicht.
- Daarnaast moet je hond tegen rabiës (hondsdolheid) zijn ingeënt;
- – Geldigheid rabiësenting: De Europese Unie heeft voor alle EU-landen bepaald dat de standaardhervaccinatietermijn van 1 jaar is komen te vervallen;
De inenting is net zolang geldig als het vaccin werkzaam is (dat kan 3 jaar zijn, de termijn staat in de bijsluiter) dus als je dierenarts een vaccin gebruikt dat langer dan een jaar geldig is, kun je kosten besparen omdat je niet meer ieder jaar naar de dierenarts hoeft voor een rabiësprik.
- Let op : als je hond voor de eerste keer wordt ingeënt, of als je je hond opnieuw laat inenten nadat de oude rabiësinenting is verlopen, mag je pas 21 dagen na de inenting de grens over;
- Je dierenarts moet de geldigheidsdatum duidelijk in het hondenpaspoort vermelden;
Alleen dan is je vaccinatie ook 3 jaar geldig en voorkom je misverstanden bij een controle. Honden jonger dan 3 maanden mogen Frankrijk niet in. Speciale regels voor honden in de auto: Uiteraard mag je hond nooit op de voorstoel (ook niet vast). Maar verder gelden er in Frankrijk geen speciale regels voor het vervoer van je hond in een auto.
- Verbod bepaalde “stoere” hondenrassen: Honden die geen door de FCI erkende stamboom hebben en die qua lichaamsbouw lijken op de rassen Staffordshire terriër, American Staffordshire terriër (“pitbulls”), Mastiff en Tosa zijn verboden;
Ook pitbulls, kruisingen met pitbulls, Boerboels, en kruisingen van Engelse Staffordshires, kruisingen American Staffordshire Terriërs, kruisingen Mastiffs en kruisingen Tosa zijn verboden. Let op : American Staffordshire terriërs die zijn ingeschreven bij het Amerikaanse stamboek zijn verboden, omdat dit stamboek niet erkend is door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) Bij de invoer van honden (American Staffordshire Terriër, Tosa, Rottweiler) mét erkende stamboom is er iets veranderd.
In principe mag je met deze honden de grens over. Maar omdat er zulke strikte voorwaarden zijn gesteld is het in de praktijk onmogelijk om aan die voorwaarden te voldoen voor een vakantie. En kun je derhalve niet met deze honden de grens over.
Je moet onder andere een Franstalige cursus volgen om aan te tonen dat je je hond onder controle hebt en er moet een gedragstest worden gedaan bij een Franse instantie. Om die reden is het eigenlijk niet mogelijk om deze honden voor korte periode (bijvoorbeeld vakantie of op doorreis) mee te nemen naar Frankrijk.
- Let op: bovenstaande regels gelden ook wanneer je op doorreis bent! Stambomen moeten erkend zijn door het Franse ministerie van Landbouw;
- Bij twijfel kan dit worden gecheckt op de website van de “Société Centrale Canine”;
Baasjes van stoere honden weten vaak zelf wel dat ze een stoere hond hebben die misschien niet aan de eisen zou kunnen voldoen. Daarom geven wij hieronder extra informatie afkomstig van de Franse ambassade, die heeft aangekondigd dat er in Frankrijk verscherpte controles zullen plaatsvinden op stoere honden.
Dit vermeldt de Franse ambassade wat er gebeurt er als je je niet aan de regels houdt: Als je je niet houdt aan de reglementaire verplichtingen riskeert je de volgende strafmaatregelen: – Indien de bovenstaande verplichtingen niet worden gerespecteerd, kunnen agenten belast met controles, in navolging van artikel L.
236-9 en L. 236-10 van de landbouw wet, op kosten van de eigenaar het dier terugsturen naar zijn land van herkomst, in quarantaine houden of euthanasie laten toepassen. – Indien je door het niet respecteren van de reglementen ongewild bijdraagt aan het verspreiden van een besmettelijke ziekte bij huisdieren of wilde dieren, bij insecten, schaaldieren of gekweekte weekdieren, kun je worden bestraft met een geldboete van 15.
000 euro en twee jaar gevangenis. – Bovendien, als je de gezondheidsvoorschriften, zoals hierboven beschreven, niet respecteert, maak je je schuldig aan een douanedelict (artikel 414 van het douanewetboek).
Je kunt dan beboet worden met een geldboete en een gevangenisstraf van maximum 3 jaar. De hierboven genoemde regels worden toegepast als alle dieren die je vergezellen, alle diersoorten meegerekend, niet het aantal van 5 te boven gaan. Boven dit aantal kunnen dieren slechts de Europese Unie binnenkomen via een inspectie bij de grenspost en worden zij onderworpen aan dezelfde regels op veterinair gebied als vervoer van dieren voor commerciële doeleinden.
- Wij raden iedereen die mogelijk in deze categorie valt dan ook aan onderstaande aanvullende informatie ter harte te nemen;
- In geval van twijfel, raden wij je aan contact op te nemen met je dierenarts;
- Je dierenarts heeft namelijk het Europees dierenpaspoort afgegeven en daarin de identificatie van je hond aangegeven en de rabiësinenting uitgevoerd;
Hij of zij is in staat om er de geldigheid van te controleren en je raad te geven. Je dierenarts kan ook beoordelen of je hond wel of niet tot de eerste of de tweede categorie behoort, zoals gedefinieerd in de Franse wet, met behulp van de hierboven gegeven informatie.
Als je twijfels hebt over de documenten die de raszuiverheid van je hond waarborgen als hij behoort tot de tweede categorie zoals is voorgeschreven door de Franse wet, dan kun je contact opnemen met de organisatie die is belast met het stamboek waarin je hond staat ingeschreven.
Vragen en aanvullende informatie of uitzonderingen: Heb je nog vragen over de interpretatie van de regels of hoe iets in jouw geval werkt? Dan is het het beste om contact op te nemen met je dierenarts of de ambassade van het land waar je naartoe gaat (of doorheen reist!).
- Onderstaand meer info over reizen met méér dan 5 honden: Voor invoer van meer dan 5 dieren moet je verplicht voor elk dier een aanvullend certificaat van goede gezondheid hebben;
- Voor invoer van meer dan 5 dieren heb je ook een invoervergunning nodig;
Deze kun je aanvragen bij: Ministère d’ l’Agriculture et de la Pêche DGAL Sous_Direction Santé et Protection AnimalesBureau de la Protection Animale 251 Rue de Vaugirard 75732 Paris Cedex 15Tel. nr. 0033-(0)1. 49. 55. 84. 72 Fax. nr. 0033-(0)1. 49. 55. 81. 97 Bij de aanvraag vermelden: de naam en het adres van de eigenaar van de dieren, het verblijfadres in Frankrijk, en de duur van verblijf in Frankrijk.
Welke honden moeten een muilkorf in Frankrijk?
Antwoord van Henny – ANWB Expert Welke regels Frankrijk stelt aan het vervoer van huisdieren en is er ook een muilkorf verplicht? Vervoer van huisdieren De Franse overheid heeft geen specifieke regels voor het vervoer van een huisdier in de auto. U kunt daarom het beste uitgaan van onze eigen wetgeving.
Volgens artikel 5 Wegenverkeerswet mag je een huisdier niet zodanig vervoeren in de auto dat dit tot gevaarlijke situaties of verkeershinder leidt of kan leiden. Muilkorfplicht Er is geen algehele muilkorflplicht in Frankrijk.
Wel moeten grote honden in het openbaar vervoer aangelijnd en gemuilkorfd zijn. Wel zijn bepaalde hondenrassen, of honden die daarop lijken, verboden. Zie de uitgebreide informatie over het meenemen van huisdieren naar Frankrijk in onze landeninformatie op de website.
Welke inenting heeft een hond nodig voor het buitenland?
Waar moet u aan denken als u binnen de EU reist? –
- Uw huisdier heeft een EU-paspoort nodig. De Nederlandse versie wordt uitgegeven door de dierenarts.
- Honden, katten en fretten moeten ter identificatie een chip hebben. Honden moet u ook registreren als het dier langer dan 3 maanden in Nederland blijft.
- Alle honden, katten en fretten moeten minstens 21 dagen voor vertrek ingeënt zijn tegen rabiës (hondsdolheid). De dierenarts moet dit aantekenen in het paspoort. Een rabiësvaccinatie is geldig voor 1 tot 3 jaar, afhankelijk van het gebruikte vaccin. Informatie hierover kunt u krijgen via uw dierenarts.
- Rabiësvaccinatie van dieren jonger dan 12 weken is niet zinvol en niet geldig. Om naar Nederland te komen, moet de hond of kat minimaal 15 weken oud zijn. Voor sommige lidstaten gelden andere eisen. Informatie hierover kunt u inwinnen via de ambassade van het betreffende land.
- Voor een aantal landen zoals, Ierland, Malta, Noorwegen en Finland (en het Verenigd Koninkrijk) is een behandeling tegen lintwormen door de dierenarts verplicht voor honden. Voor meer informatie over de wormbehandeling van deze 5 landen kunt u contact opnemen met uw eigen dierenarts.
- Reist u niet met uw eigen dier? Of krijgt het dier een andere eigenaar? Dan heeft u ook een TRACES-certificaat nodig. Zie voor meer informatie op onze pagina met regels voor stichtingen en particulieren die honden of katten uit het buitenland invoeren.
Hoe hond vervoeren in auto in Frankrijk?
Autobench verplicht in Denemarken – In Denemarken geldt de regel dat de bestuurder niet gehinderd mag worden tijdens het rijden en dat lading (waarover ook een huisdier valt) het zicht van de bestuurder niet mag hinderen en geen gevaar mag vormen. Vandaar dat wij adviseren om honden in autobenches, reiskennels of achter hondenrekken te vervoeren.
Hoe snel werkt rabiës vaccinatie hond?
In sommige landen gelden naast bovengenoemde wetgeving extra regels: –
- Titerbepaling. Sommige landen vereisen een rabiës titer bepaling (bloedtest). De rabiës titer bepaling kan pas 21 dagen na de vaccinatie datum worden uitgevoerd. Het bloed moet worden opgestuurd naar een gecertificeerd laboratorium en de uitslag duurt soms enkele weken.
- Ontwormen en behandeling tegen teken. Sommige landen vereisen dat uw hond voor vertrek door een dierenarts wordt ontwormd met praziquantel (Milbemax). Bovendien zijn er landen die naast ontworming ook een behandeling tegen teken vereisen. Deze ontworming en tekenbehandeling moet in het Europees dierenpaspoort worden genoteerd met datum en tijdstip.
- Een gezondheidsverklaring. Sommige landen vereisen een door de dierenarts afgegeven gezondheidsverklaring.
- Regels voor bepaalde rassen. In sommige landen gelden speciale regels voor en geldt zelfs een verbod op bepaalde hondenrassen. Het gaat hierbij niet alleen om raszuivere honden, maar ook om honden die op bepaalde rassen lijken.
- Extra verplichte vaccinaties. In sommige landen is naast de verplichte rabiës vaccinatie ook de vaccinatie tegen parvo virus, hondenziekte, De ziekte van Weil, Hepatitis contagiosa canis verplicht. Dit is gelijk aan de jaarlijkse vaccinatie in Nederland.
- Uitsluiten van infecties. In sommige landen is het verplicht om voor vertrek infecties met bepaalde parasieten, bacteriën en virussen uit te sluiten.
Voor meer gedetailleerde regels en wetgeving van Europese landen kunt u terecht op de website van het Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG). Regels kunnen bovendien regelmatig veranderen, wij adviseren u dan ook om voor de meest recente regels contact op te nemen met de ambassade van het desbetreffende land.
Is Frankrijk hondvriendelijk?
Wist je dat Frankrijk erg hondvriendelijk is? Voor een vakantie met je hond, is Frankrijk dan ook erg geschikt! Boek een vakantiehuisje met je hond en geniet van alles wat Frankrijk te bieden heeft! Als je je vakantie naar Frankrijk boekt, heb je grote kans dat je jouw trouwe viervoeter maar al te graag mee wilt nemen. Elke hond wordt een fotomodel in de lavendelvelden in Frankrijk Een verblijf in een vakantiewoning in Frankrijk samen met jouw hond, geeft een speciale extra dimensie aan je vakantie. Zo zal je veel meer genieten van de natuur en prachtige omgeving rondom jouw Franse vakantiehuis. Het land heeft ruimte voor de mooiste wandelingen waar je niet alleen je hond een groot plezier mee zult doen. Frankrijk is ook erg hondvriendelijk, zo zijn honden op veel terrassen van restaurants en cafes gewoon welkom en zul je dus thuis geen hondenpension hoeven te regelen om zelf lekker op vakantie te kunnen.
- En dit moet ook zeker geen probleem zijn, Frankrijk is namelijk verrassend hondvriendelijk;
- Als je een van de vele hondvriendelijke vakantiewoningen in Frankrijk boekt, weet je zeker dat het geen probleem is om je hond mee te nemen op vakantie;
Veel vakantiehuizen die honden welkom heten, zijn vaak ook voorzien van een stukje grond of een grote tuin zodat je hond daar ook even lekker kan uitrazen. Je vraagt je bijna af waarom je je hond niet eerder mee hebt genomen naar Frankrijk! Trek met je hond de bergen in voor een goede wandeling in de Franse Alpen, geniet van het prachtige water vanaf een van de vele hondvriendelijke stranden die Frankrijk rijk is of ga met je trouwe viervoeter op stedentrip in Parijs, het kan allemaal!.
Welke honden behoren tot categorie 1 en 2?
2/ Introductie in Frankrijk van honden van de 1e en 2e categorie – Honden van de 1e categorie mogen niet naar Frankrijk worden meegenomen of ingevoerd worden. Honden van de 2e categorie mogen enkel naar Frankrijk worden meegenomen indien aan alle voorwaarden voor wat betreft de invoer en het houden van deze honden wordt voldaan.
In het kader van een toeristisch verblijf of als u enkel op doorreis bent, moeten de regels betreffende gezondheid, invoer en het houden van honden van de 2e categorie gevolgd worden. Omdat deze voorwaarden cumulatief zijn, maken zij een kort verblijf van buitenlanders in het bezit van honden van de 2e categorie bijzonder moeilijk.
Voor alle informatie over de voorwaarden voor het invoeren van huisdieren in Frankrijk, kunt u contact opnemen met het Franse ministerie van Landbouw dat de enige bevoegde instantie is in deze.
Wat kost een rabiës vaccinatie hond?
Kosten inenting hondsdolheid / rabiës – De kosten voor het vaccin tegen rabiës kunnen per dierenarts verschillen en liggen tussen de €25,- en €45,-. De geldigheid van de inenting is in de meeste gevallen vastgesteld op 3 jaar.
Welke honden mogen niet in buitenland?
Kroatië – Registratie : EU-dierenpaspoort en chip verplicht Inentingen : rabiësinenting (uiterlijk 21 dagen voor de reis) In de auto : geen aanvullende regels Verboden hondenrassen : Pitbulls die niet opgenomen zijn in het register van de Internationale Organisatie voor Hondachtigen of kruisingen van Pitbulls, worden niet toegelaten.
Waar is muilkorf verplicht?
Vaak geldt de muilkorf in het openbaar vervoer, zo ook in Frankrijk, maar in Italië geldt dit in alle openbare gelegenheden. In sommige landen zijn ‘risicohonden’ zoals pitbulls en rottweilers, helemaal niet welkom. In niet-EU-landen zoals Zwitserland, IJsland en Noorwegen gelden andere regels.
Is muilkorf verplicht?
Gemeentelijke maatregelen tegen bijtincidenten – Om bijtincidenten te voorkomen, moet een gemeente op tijd weten of een individuele hond agressief gedrag vertoont. Gemeenten kunnen hiervoor een meldpunt inrichten. Hier kan iedereen gevaarlijk gedrag van honden of hinderlijk gedrag van hondenbezitters melden. Zo kunnen zij onder andere:
- eigenaren verplichten een cursus te volgen;
- eigenaren verplichten hun hond aan te lijnen of
- eigenaren verplichten hun hond een muilkorf om te doen.
Hoe lang zijn inentingen hond geldig?
Niet onnodig vaccineren – Jarenlang was het onduidelijk hoe lang een vaccin bescherming bood tegen ziekte. Recente onderzoeken wijzen uit dat de bescherming tegen een aantal ziektes langer aanhoudt dan een jaar. Een uitzondering hierop vormen de ziekte van Weil en Besmettelijke hondenhoest (kennelhoest).
- Deze dienen dan ook jaarlijks gegeven te worden;
- De bescherming tegen parvo, hondenziekte en besmettelijke leverontsteking is (na een goede basisvaccinatie!) bij veel honden langer;
- Uit onderzoek blijkt dat een vaccinatie tegen de ziektes parvo, HCC en hondenziekte uw hond minstens drie jaar beschermt tegen deze gevaarlijke ziektes, mits uw hond in het verleden een goede basisvaccinatie heeft gehad;
Deze tijdsperiode is echter per individu en per ziekteverwekker verschillend en is zonder verder individuele screening, zoals met titeren gedaan kan worden, onbekend.
Hoe lang werkt kennelhoest vaccinatie?
Welke vaccins tegen kennelhoest zijn er? – Er bestaan twee type vaccins tegen kennelhoest: de neusdruppelvaccinatie en de onderhuidse injectie. Beide vaccins hebben voor- en nadelen die we hieronder kort toelichten. De neusdruppelvaccinatie: Dit is de zogenaamde ‘KC-enting’.
Het vaccin bevat zowel Bordetella bronchiseptica als Parainfluenza in levende vorm en wordt met een kleine hoeveelheid vloeistof in de neus gedruppeld. De vaccinatie kan vanaf een leeftijd van 3 weken gegeven worden en is na eenmalige vaccinatie één jaar geldig.
Het voordeel van deze enting is dat bescherming tegen infectie optreedt op de plek waar de infectie binnenkomt (de neus). Gevaccineerde dieren kunnen enkele weken de ziekteverwekkers uitscheiden. Vaccinatie kan het beste minimaal drie weken voorafgaand aan bijvoorbeeld pensionbezoek worden toegediend, om optimale bescherming te garanderen.
Welke vaccinaties moet een hond hebben?
Vaccinatie is een belangrijke en effectieve manier om besmettelijke ziekten te voorkomen. Door vaccinatie wordt het lichaam voorbereid op een mogelijke infectie, waardoor het immuunsysteem direct in actie kan komen. Zo worden ziekteverwekkers uitgeschakeld voor ze schade kunnen toebrengen. Om het effect van vaccinatie te laten voortbestaan, moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden.
- Een vaccinatie geldt doorgaans voor één specifieke ziekte;
- Sommige vaccinaties zijn voor alle honden van belang, andere vaccinaties worden alleen onder bepaalde omstandigheden gegeven;
- Niet tegen alle besmettelijke hondenziekten bestaat een vaccinatie;
Vaccineren of inenten is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te laten ontstaan tegen ziekten. Door een dier in te spuiten met een klein beetje dode of onschadelijk gemaakte ziekteverwekker (bijvoorbeeld een virus) of een onderdeel van die ziekteverwekker, wordt het lichaam aangezet om antilichamen te maken.
- Komt het dier daarna in aanraking met de werkelijke, levende ziekteverwekker dan is het afweersysteem klaar om meteen te reageren;
- Daardoor wordt de ziekteverwekker direct uitgeschakeld;
- Soms lukt dit niet meteen of niet volledig, maar doordat er al antilichamen en afweercellen aanwezig zijn wordt ook dan het bestrijden van de ziekte gemakkelijker en heeft het dier een grotere overlevingskans;
In ons land komt een aantal besmettelijke en levensbedreigende hondenziekten voor. Sommige daarvan zijn zeldzaam, andere treden nog regelmatig op. Tegen een aantal ziekten kan uw hond gevaccineerd worden. Op die manier maakt het lichaam antilichamen aan tegen de ziekteveroorzakers en is uw hond beschermd.
- Zeker waar het ernstige en vaak dodelijke ziekten betreft is dit erg belangrijk;
- Normaal gesproken worden alle pups ingeënt en ook daarna worden de vaccinaties regelmatig herhaald;
- Door deze vaccinatieprogramma’s is een aantal hondenziekten in ons land flink teruggedrongen;
Er is een aantal ziekten waartegen in elk geval gevaccineerd zou moeten worden volgens een schema dat langdurige bescherming geeft. Dit zijn:
- hondenziekte (ziekte van Carré, Distemper),
- besmettelijke leverziekte (hepatitis contagiosum canis, HCC) en
- parvovirose (‘Parvo’).
Dit worden ook wel de ‘kernziekten’ genoemd. Een vaccinatie die daarnaast jaarlijks gegeven wordt in Nederland is die tegen de ziekte van Weil (leptospirose). Deze laatste ziekte is een zoönose: een ziekte die op mensen kan worden overgedragen. Bovendien zijn er vaccinaties die nodig zijn in bepaalde situaties.
Dit is bijvoorbeeld de rabiësvaccinatie (tegen hondsdolheid) als u naar het buitenland gaat met de hond of de inenting tegen kennelhoest (parainfluenza en Bordetella ) als uw hond in een pension moet verblijven of op een andere manier met veel andere honden in contact komt (bijvoorbeeld bij een show, maar ook bij de hondenuitlaatservice of op cursus).
Pups krijgen van hun moeder bescherming mee tegen diverse ziekten in de vorm van antilichamen (maternale antilichamen). Deze maternale antilichamen krijgt de pup voor een klein deel al in de baarmoeder en voor het overgrote deel via de eerste melk na de geboorte.
- Na de geboorte neemt de hoeveelheid antilichamen in het bloed van de pups langzaam af;
- Na een aantal weken is de pup dan ook niet meer voldoende beschermd tegen besmettelijke hondenziekten en moet hij zijn eigen antilichamen gaan aanmaken;
Daarom moet de pup worden ingeënt. De hoeveelheid maternale antilichamen in het bloed van de pup neemt langzaam af. Het verschilt per pup hoe snel het dier de bescherming door maternale antilichamen verliest: sommige pups zijn na een week of zes al minder beschermd, bij andere pups houdt de bescherming langer dan twaalf weken aan.
- Dit is afhankelijk van de hoeveelheid antilichamen die de pup de eerste levensdag heeft opgenomen via de melk;
- Omdat vooraf niet te zeggen is hoe lang een pup beschermd is, is het belangrijk bijtijds te beginnen met vaccineren;
De eerste inenting wordt vaak gegeven als de pups nog bij de moeder zijn. In de wetgeving (Regeling Houders van Dieren) is namelijk opgenomen dat pups die in een bedrijf (dus bijvoorbeeld bij een beroepsmatig fokker) worden gehouden, vóór de leeftijd van 7 weken in ieder geval hun eerste inentingen tegen Parvo en Hondenziekte moeten krijgen.
Daarnaast is het belangrijk om de puppyvaccinaties meerdere malen te herhalen. Als er namelijk nog veel maternale antilichamen aanwezig zijn maken deze het vaccin onwerkzaam waardoor de pup geen kans krijgt om zelf antilichamen aan te maken.
Pups die veel maternale antilichamen hebben, zullen op de vroege vaccinaties onvoldoende reageren, maar een aantal weken later daar waarschijnlijk wel toe in staat zijn. De puppyvaccinaties worden daarom om de twee tot vier weken herhaald. Pups die nog maar weinig maternale antilichamen over hebben zullen op de vaccinatie reageren.
Op een leeftijd van 6 weken is dat slechts een klein gedeelte van de pups: zij beginnen als reactie op de vaccinatie eigen antilichamen aan te maken. Bij de overige pups werkt de vaccinatie nog niet. Op een leeftijd van 9 weken is al een groter deel van de pups zijn maternale antilichamen kwijt, en zij profiteren op dat moment van een vaccinatie door als reactie zelf antilichamen aan te maken.
Bij de meeste pups zijn de maternale antilichamen op een leeftijd van 12 weken wel verdwenen, zodat ze eigen antilichamen aanmaken als reactie op een vaccinatie. Een klein deel van de pups zal echter ook op de leeftijd van 12 weken nog niet voldoende eigen antilichamen kunnen aanmaken omdat er nog teveel antilichamen van de moeder in het bloed aanwezig zijn.
Op 16 weken zijn bij vrijwel alle pups de maternale antilichamen verdwenen. Of gekozen wordt voor een laatste vaccinatie op 12 weken of voor een extra vaccinatie op 16 weken hangt af van het risico om besmet te raken.
Bij pups die veel risico lopen wordt aangeraden om de laatste pup-enting op een leeftijd van 16 weken te geven. Als op een leeftijd van 6 weken begonnen wordt met vaccineren, betekent dit meestal dat er minimaal drie vaccinatierondes zijn: op 6, 9, 12 en eventueel een vierde vaccinatie op 16 weken.
Als alternatief voor de laatste vaccinatie kan door middel van bloedonderzoek worden vastgesteld of al voldoende antilichamen zijn aangemaakt na de vaccinatie op 12 weken. Het bloed moet dan 4 weken na die laatste vaccinatie worden afgenomen en onderzocht, en als er voldoende antilichamen zijn hoeft de 16 weken vaccinatie niet meer te worden gegeven.
Deze test kan ook na de vaccinatie op 16 weken worden uitgevoerd. Hoewel deze bloedtesten niet 100% betrouwbaar zijn geven ze in de praktijk wel nuttige informatie over de bescherming van uw pup. Als de eerste vaccinatie later is gegeven, dan zal het vaccinatieschema op maat door uw dierenarts aan uw pup en uw situatie worden aangepast. Volgens de meest recente aanbevelingen zou een vaccinatieschema voor pups er als volgt uit moeten zien:
- 1e inenting: Hondenziekte en Parvo, eventueel besmettelijke leverziekte
- 2e inenting: Parvo en Ziekte van Weil
- 3e inenting: Hondenziekte, Parvo, Ziekte v. Weil, besmettelijke leverziekte (Cocktail inenting, deze kan ook nog het vaccin tegen parainfluenza bevatten)
- 1 jaar: Hondenziekte, Parvo, Ziekte v. Weil, besmettelijke leverziekte
Voor de vaccinaties tegen kennelhoest (Parainfluenza en Bordetella) maakt uw dierenarts een aanvullend schema. Dit is ook afhankelijk van de manier waarop deze vaccinatie wordt toegediend, deze vaccins kunnen namelijk via de neus of via een injectie worden gegeven. Meestal krijgen pups als ze 1 jaar zijn een zogenaamde ‘booster’ vaccinatie voor de kernziekten. Deze is vooral bedoeld om pups die niet of niet voldoende gereageerd hebben op de puppy vaccinaties alsnog de nodige bescherming te geven.
Afhankelijk van wanneer de eerste vaccinatie is gegeven, kunnen dus verschillende vaccinatieschema’s gehanteerd worden. Vaccinatieschema’s veranderen soms omdat vaccins zijn aangepast of de werkzaamheid opnieuw onderzocht is.
Deze vaccinatie kan ook eerder worden geven, namelijk als de hond een half jaar oud is, om te voorkomen dat pups die niet voldoende gereageerd hebben op de puppy vaccinaties lang onbeschermd zijn. Dit hangt ook weer af van het risico dat een pup loopt om in die tussenliggende periode besmet te raken.
Uw dierenarts kan samen met u dat risico inschatten en een keuze maken. Na de ‘booster’ vaccinatie is de noodzaak om de vaccinaties te herhalen afhankelijk van de werkingsduur van het vaccin. Voor de kernziekten wordt herhaling om de drie jaar geadviseerd.
Voor de kernziekten is het eventueel ook mogelijk om na 3 jaar met behulp van bloedtesten de hoeveelheid antilichamen in het bloed van uw hond te laten controleren (dit heet een titerbepaling). Als uw hond nog voldoende antilichamen heeft kan de vaccinatie minimaal een jaar worden uitgesteld.
- Voor de ziekte van Weil geldt dat de vaccinatie slechts een jaar bescherming biedt;
- Deze vaccinatie moet dus jaarlijks herhaald worden;
- Er zijn geen bloedtesten die de bescherming tegen deze ziekte betrouwbaar kunnen meten;
Dit geldt ook voor de vaccinatie tegen kennelhoest. Vergeet overigens niet om uw pup rond de leeftijd van een jaar wél een algehele gezondheidscontrole te laten geven door uw dierenarts, ook als u daar niet meer heen hoeft voor een vaccinatie omdat bijvoorbeeld de boostervaccinatie op jongere leeftijd is gegeven.
- Rond die leeftijd is de pup vrijwel uitgegroeid en het is belangrijk dat zijn gezondheid en ontwikkeling dan wordt gecontroleerd, zodat er bijtijds kan worden ingegrepen als hier iets niet mee in orde zou zijn;
Voor elke vaccinatie doet uw dierenarts eerst een gezondheidscontrole. Bij zieke dieren kan het soms beter zijn om de vaccinatie uit te stellen. Vaccins kennen een verschillende beschermingsduur. Tegen de kernziekten bestaan vaccins die minimaal drie jaar bescherming bieden, en deze worden in Nederland het meest gebruikt.
- De langste bescherming ontstaat na vaccinatie met levend verzwakt virus;
- Er wordt dan ook aangeraden om deze te gebruiken zodat minder vaak ingeënt hoeft te worden;
- Na vaccinatie met een dood of geïnactiveerd virus wordt in het lichaam minder langdurig bescherming opgebouwd;
Ook vaccins tegen bacteriële ziekten geven vrijwel altijd een minder langdurige bescherming, deze zullen dus vaker herhaald moeten worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inenting tegen de Ziekte van Weil, die jaarlijks herhaald moet worden. Een uitzondering is het vaccin tegen rabiës (hondsdolheid): na vaccinatie tegen deze ziekte is uw hond 3 jaar beschermd, terwijl het virus in het vaccin niet levend is.
Om te bepalen wat voor uw hond het beste vaccinatieschema is en tegen welke ziekten (naast de drie kernziekten) het verstandig is om uw hond te laten vaccineren, kunt u het beste met uw dierenarts overleggen.
Zaken als ras, leeftijd, gezondheid, gewoontes (bijvoorbeeld wel of niet mee op reis, komt het dier in pensions, trimsalons en dergelijke) en gegevens over welke ziekten er lokaal voorkomen spelen hierbij een rol. Soms kunnen er redenen zijn om minder vaak te willen vaccineren, bijvoorbeeld als uw hond gevoeliger dan gemiddeld reageert op vaccinaties.
- Onderzoek toont aan dat honden na vaccinatie tegen de kernziekten met levend verzwakt virus soms zeven jaar later nog beschermd zijn (let op, dit geldt niet na vaccinatie met een vaccin op basis van een dood virus!);
De bescherming is per hond verschillend. De officiële geregistreerde werkingsduur is echter hooguit drie jaar en dit is dan ook de werkingsduur die dierenartsen meestal aanhouden en waar officiële instanties vanuit gaan. Minder vaak inenten zou dus niet noodzakelijkerwijs de gezondheid van uw dier in gevaar brengen.
Om te bepalen of het nodig is uw dier opnieuw te laten inenten, is het mogelijk om de hoeveelheid antilichamen in het bloed te laten bepalen door een bloedtest af te laten nemen (een titertest). Hiervoor bestaan tegenwoordig snelle tests die uw dierenarts zelf kan uitvoeren.
Als er nog voldoende antilichamen in het bloed aanwezig zijn, hoeft de hond geen nieuwe vaccinatie te krijgen om beschermd te blijven. Dit geldt overigens alleen voor de drie kernziekten! Voor de Ziekte van Weil heeft dit geen zin omdat de antilichamen niet lang genoeg in het bloed blijven.
- Voor deze en een aantal andere ziekten zoals kennelhoest zijn er bovendien geen bloedtesten die betrouwbaar de bescherming na vaccinatie kunnen meten;
- Er zijn steeds meer bedrijven, zoals pensions, die een bloedtest accepteren als bewijs dat een hond voldoende beschermd is tegen de drie kernziekten;
Wilt u uw hond in een pension of dagopvang brengen en maakt u gebruik van bloedtests, vraag dan eerst na of dit geaccepteerd wordt. U mag bovendien niet zomaar afwijken van de vaccinatieplicht die bij deze bedrijven geldt. Uw dierenarts moet een verklaring opstellen met onderbouwing waarom niet is gevaccineerd volgens het normale vaccinatieschema.
- Voor het reizen naar andere landen die vaccinaties eisen wordt een bloedtest doorgaans niet geaccepteerd en moet men het vaccinatieschema aanhouden dat door de fabrikant wordt aangegeven, of in sommige gevallen een strenger schema dat door de autoriteiten van het land van bestemming is bepaald;
Zoals elke medische ingreep kan ook vaccinatie bijwerkingen hebben. In de pers en op internet doen soms verhalen de ronde over het ‘gevaar’ van vaccineren, met name over ongewenste bijwerkingen. Bijwerkingen na vaccinatie komen maar zeer zelden voor en het verband tussen vaccinatie en later ontstane ziekten is vaak niet wetenschappelijk bewezen.
De huidige richtlijnen voor dierenartsen zijn er op gericht om zoveel mogelijk honden te vaccineren maar ook om niet nodeloos vaak te vaccineren. De risico’s op bijwerkingen wegen niet op tegen de voordelen van het ontwikkelen van bescherming tegen ernstige ziekten.
Soms ontstaat na vaccinatie geen voldoende bescherming. Dit kan verschillende oorzaken hebben:
- De pup heeft nog teveel maternale antilichamen in het bloed, waardoor het lichaam zelf geen bescherming kan aanmaken.
- Het vaccin zet het lichaam niet voldoende aan tot het maken van bescherming. Dit is onwaarschijnlijk want elk vaccin wordt uitgebreid getest voor het op de markt komt. Wat eventueel wel mogelijk is, is dat het vaccin niet op de juiste temperatuur is bewaard, verkeerd is toegediend of dat er in een bepaalde partij een productiefout zit.
- Het dier is niet in staat antilichamen te maken. Dit komt niet vaak voor maar er zijn genetische afwijkingen waarbij het afweersysteem van een dier niet goed kan reageren op een vaccinatie. Als vermoed wordt dat dit speelt, kan na vaccinatie met een bloedtest de hoeveelheid antilichamen worden gemeten.
Er kan bovendien een aantal bijwerkingen optreden bij vaccinatie. Dat kunnen lokale reacties zijn op de plek van de injectie, of algemene reacties in het hele lichaam. Een voorbeeld van een lokale reactie is een zwelling op de plek van de vaccinatie. Meestal trekt dit na een aantal dagen weer weg. Zeer zelden ontstaat een ontstekingsreactie doordat er besmetting van de injectieplaats met bacteriën heeft plaatsgevonden. Algemene reacties zijn onder andere:
- Lichte verschijnselen passend bij de ziekte waartegen gevaccineerd wordt. Dit ziet men soms na de kennelhoest neusenting.
- Tijdelijk koorts en “niet lekker zijn” na de inenting.
- Misselijkheid en diarree kort na de vaccinatie.
- overgevoeligheidsreacties, immuunaandoeningen (zeer zeldzaam).
- effecten van fouten bij de productie (zeldzaam maar niet uit te sluiten).
Om een vaccinatie zo efficiënt en veilig mogelijk te maken moet u uw dier niet laten vaccineren als het:
- ziek is. Een dier dat al een verzwakte weerstand heeft door bijvoorbeeld een blaasontsteking, heeft zijn immuunsysteem nodig om die aandoening te bestrijden. U kunt de vaccinatie uitstellen tot het dier weer klachtenvrij is.
- een chronische aandoening heeft. Bij chronische aandoeningen waarbij herstel niet is te verwachten zal uw dierenarts u advies op maat geven over de vaccinatiemogelijkheden voor uw hond.
- drachtig is. Dit kan gevaarlijk zijn voor de pups. Er zijn vaccins die wel tijdens de dracht veilig gegeven kunnen worden.
- onder narcose is. De narcose zelf heeft weinig invloed op de respons op vaccinatie maar eventuele ongewenste reacties zoals misselijkheid kunnen tijdens de narcose voor problemen zorgen.
Uit onderzoek is gebleken dat vaccinaties beter aanslaan als de hond voor die tijd ontwormd is. Het lichaam hoeft dan namelijk niet tegelijkertijd de wormen te bestrijden en antilichamen tegen ziekten aan te maken. Het is daarom verstandig om één tot twee weken voor u de hond laat inenten de hond te ontwormen. Om besmettelijke dierziekten tegen te gaan is het belangrijk dat een groot deel van de honden wordt gevaccineerd.
- Op deze manier kan worden onderzocht of uw hond in staat is om een afweer reactie te maken na vaccinatie;
- Dit risico is klein en bestaat bij elke injectie;
- Een besmettelijk dier kan dan geen andere dieren besmetten omdat deze dieren beschermd zijn door vaccinatie;
Daardoor wordt het vóórkomen van een ziekte in een bepaald gebied aanzienlijk verminderd. Door goed te vaccineren komen ziektes als hondenziekte en besmettelijke leverziekte gelukkig in Nederland nog maar weinig voor. Als het percentage dieren dat wordt gevaccineerd afneemt, krijgt een dergelijke ziekte de kans om weer de kop op te steken.
Door uw hond te laten vaccineren, beschermt u dus niet alleen uw eigen dier maar werkt u ook mee aan het onderdrukken van uitbraken van besmettelijke, levensbedreigende hondenziekten. Hondenziekte (ziekte van Carré, distemper) Hondenziekte is een zeer besmettelijke virusziekte.
Behalve braken en diarree kan het ook afwijkingen aan het zenuwstelsel, het ademhalingsstelstel en de huid veroorzaken. Ook wordt de afweer van de hond door het virus aangetast. Honden besmetten elkaar via hun uitscheidingsproducten (urine, ontlasting, oogvocht en dergelijke).
Leverziekte (hepatitis, adeno-virus type I) Leverziekte veroorzaakt leverontsteking met koorts, bloedingen, braken en ontsteking van de ogen. Het wordt verspreid via urine. Leverziekte kan soms voor een plotselinge dood zorgen bij jonge honden.
Parvo (parvovirose) Het Parvovirus tast de darmen van de hond aan, waardoor ernstige, waterige, vaak bloederige diarree ontstaat. Ook braken en koorts komen voor. Daarnaast zorgt het virus voor weerstandsvermindering waardoor de honden gevoelig zijn voor andere besmettelijke zieken.
- Vooral pups kunnen snel uitdrogen en daardoor sterven;
- De ziekte is erg besmettelijk en verspreidt zich via ontlasting;
- Het virus kan buiten de hond zeer lang (tenminste een jaar) besmettelijk blijven;
- Ziekte van Weil (leptospirose) Deze ziekte wordt veroorzaakt door bacteriën en overgedragen via urine of met urine besmet water;
Veel diersoorten kunnen besmet worden met een leptospirose bacterie. Berucht zijn besmettingen via urine van muizen en ratten. Deze ziekte is ook besmettelijk voor de mens. Ziekteverschijnselen bij honden met leptospirose zijn verschillend, omdat er verschillende leptospirose-bacteriën zijn.
- Geelzucht, diarree en braken, bloedingen en nierproblemen worden het vaakst gezien;
- Kennelhoest ( Bordetella , para-influenza, adeno-virus type 2) ‘Kennelhoest,’ tegenwoordig ook wel besmettelijke hondenhoest genoemd, is een soort verkoudheid die door verschillende ziekteverwekkers kan worden veroorzaakt, namelijk door het para-influenza virus, het adeno-virus type 2 en de Bordetella bacterie;
De ziekte is erg besmettelijk en wordt vooral gezien bij honden die met veel andere honden worden gehuisvest zoals in kennels of pensions, of op shows of bij de hondenuitlaatservice. Soms speelt ook stress een rol. Door blaffen wordt de keel van de honden gevoelig, waardoor deze vatbaar wordt voor infecties.
Hondsdolheid (rabiës) Hondsdolheid is een dodelijke ziekte die besmettelijk is voor de mens en voor andere dieren. De ziekte wordt vaak overgedragen via speeksel, bijvoorbeeld bij beten van besmette honden, katten, vossen of vleermuizen.
Het virus tast de hersenen aan en veroorzaakt angst en agressie. Honden overleven hondsdolheid niet; mensen moeten na een beet direct worden behandeld want anders verloopt bij mensen deze infectie ook dodelijk. In Nederland komt hondsdolheid bijna niet meer voor behalve bij vleermuizen, maar in veel andere landen komt de ziekte vaker voor.
- Daarom is het verplicht om een hond te laten inenten voor u bepaalde landen mag bezoeken;
- Voor reizen naar alle landen uit de EU is een geldige rabiës vaccinatie verplicht;
- Ook is een geldige rabiësvaccinatie verplicht voor alle honden die Nederland worden binnengebracht;
Daarbij geldt dat de vaccinatie gegeven mag worden vanaf een leeftijd van 12 weken en dan na 3 weken geldig is. Pups onder 15 weken mogen dus niet worden geïmporteerd..
Is rabiës inenting verplicht in Frankrijk?
Hou dan rekening met de volgende zaken: –
- Verplichte inentingen
Inenting tegen hondsdolheid ( Rabiës ) is verplicht. De eerste keer minstens 21 dagen voor vertrek naar Frankrijk, daarna opnieuw vaccineren binnen het entingsschema.
- Identificatie
Aan de hand van een verplichte chip.
- EU dierenpaspoort
Verplicht! Dieren jonger dan 15 weken Deze zijn niet toegestaan. Elke hond, kat en fret moet een geldige rabiësvaccinatie hebben. Deze mag pas vanaf een leeftijd van 12 weken gegeven worden, daarna moet het dier nog 21 dagen wachten voordat hij Frankrijk binnen mag.
- Bijzonderheden
Honden die geen door de FCI erkende stamboom hebben en die qua lichaamsbouw lijken op de rassen Staffordshire terrier, American Staffordshire terrier (Pitbull), Mastiff en Tosa zijn verboden. Ook Pitbulls, kruisingen met Pitbulls, Boerboels, en kruisingen van Engelse Staffordshires, kruisingen American Staffordshire Terriers, kruisingen Mastiff en kruisingen Tosa zijn verboden. De invoer van honden van de volgende erkende rassen, dus mét erkende stamboom, is toegelaten onder strikte voorwaarden: American Staffordshire Terrier, Tosa, Rottweiler (als rashond én kruisingen van de Rottweiler).
Deze stambomen moeten erkend zijn door het Franse Ministerie van Landbouw. Bij twijfel kan dit worden gecheckt op de website van de ” Société Centrale Canine “. De voorwaarden die aan deze rassen worden gesteld, zijn zeer zwaar, er moet onder andere een Franstalige cursus en een gedragstest worden gedaan.
Om die reden is het eigenlijk niet mogelijk om deze honden voor korte periode (bijvoorbeeld vakantie) mee te nemen naar Frankrijk. Opgelet: bovenstaande regels gelden ook wanneer je op doorreis bent! Hier zie je nog een oplijsting van honden die verboden/onder strenge voorwaarden toegelaten zijn.
Welke vaccinaties heeft een hond nodig?
Wat kost een rabiës enting voor hond?
Kosten inenting hondsdolheid / rabiës – De kosten voor het vaccin tegen rabiës kunnen per dierenarts verschillen en liggen tussen de €25,- en €45,-. De geldigheid van de inenting is in de meeste gevallen vastgesteld op 3 jaar.
Welk vaccin rabiës hond?
Voorbeeld van een vaccinatieschema
Leeftijd | Basis vaccinatie (s) | Aanvullende vaccinatie (s) |
---|---|---|
8 à 9 weken | Parvovirus en kleine cocktail | Kennelhoest |
12 à 13 weken | Grote cocktail | Kennelhoest, rabiës |
16 à 20 weken – optioneel | Parvovirus | |
1 jaar | Grote cocktail | Kennelhoest |
.