Wie Is Eigenaar Van Een Hond?
Mary Taylor
- 0
- 38
Wanneer ben je eigenaar, bezitter of houder van een dier? – Het Burgerlijk Wetboek maakt bij zaken (en ook dieren) onderscheid tussen eigendom, bezit en houderschap. Het is ook bij de koop en verkoop van een dier van groot belang om te weten of iemand eigenaar is.
Als bezitter houd je een zaak voor jezelf. Jij hebt de feitelijke macht over het dier. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen middelijk en onmiddellijk bezitter. Je bent middelijk bezitter, indien er iemand anders is die het dier voor jou houdt.
Je bent onmiddellijk bezitter indien jij zelf het dier houdt. Als houder, houdt je het goed of dier voor een ander. Wie het dier in bezit heeft, wordt in principe als rechthebbende eigenaar van het dier gezien. Je bent echter niet altijd automatisch tevens eigenaar.
- Dit is bijvoorbeeld niet het geval indien je te kwader trouw bent en weet dat eigenlijk iemand anders de eigenaar is van het dier;
- Voorbeeld Linda gaat een paar maanden reizen en moet haar kat achter laten;
Zij spreekt met haar buurman af dat de kat tijdelijk bij hem gaat wonen. De buurman is houder en van de kat. Linda blijft echter de (middelijk) bezitter en eigenaar van de kat. De houder van het dier is verantwoordelijk om zijn dieren de nodige verzorging te geven.
- Ook als je gevangenisstraf krijgt opgelegd blijft die verantwoordelijk bij jou liggen;
- Je zult dus zelf opvang voor jouw dieren moeten regelen;
- Politie of gemeente zijn hier niet voor verantwoordelijk;
- Als zij dieren ‘vinden’ die niet worden verzorgd, kunnen ze de dieren aan een asiel aanbieden;
De eigenaar heeft dan twee weken de tijd om de dieren op te halen.
Is een hond een eigendom?
De hond is uw eigendom, wat meebrengt dat u op basis van de wet bevoegd bent het dier op te eisen van de vinder. Er zal afgifte van uw hond moeten worden gevorderd en wanneer uw hond alsnog niet wordt afgegeven kan er om dwangsommen worden gevraagd.
Van wie is de hond na scheiding?
Belangenafweging – Na de scheiding zal het dier aan een van beide partijen worden toebedeeld en is één persoon juridisch eigenaar. Belangrijk is om een belangenafweging te maken. Er zal onderling afgesproken moeten worden wie het huisdier krijgt en ervoor zal zorgen.
Wie mag de hond houden?
Wie is eigenaar? – Voor de vraag wat er met de hond moet gebeuren, is beslissend wie als eigenaar van de hond is aan te merken De eigenaar bepaalt waar de hond gaat wonen en wie omgang mag hebben met de hond. Om te bepalen wie de eigenaar van het huisdier is, zijn de volgende criteria van belang:
- Wie heeft de hond gekocht?
- Wie staat op de koopovereenkomst, het afstammingsbewijs en/of de stamboompapieren vermeld als eigenaar?
- Wie zorgt voor de hond?
- Wie betaalt de verzorgingskosten voor de hond?
Geen van de genoemde criteria is echter doorslaggevend. Dat zal afhangen van de individuele omstandigheden van het geval. Een hond kan bijvoorbeeld eigendom van beide partners zijn, hoewel de hond op naam van één van de partners staat geregistreerd en deze de hond heeft aangeschaft. De Rechtbank Amsterdam oordeelde dat dit mogelijk is indien de kosten voor de hond altijd ten laste van de gemeenschappelijke huishouding kwamen en partijen de hond als gemeenschappelijk eigendom hebben beschouwd.
Hoe weet ik of mijn hond op mijn naam staat?
Chipnummer zoeken PetBase registreert chipnummers van honden, katten, konijnen, fretten, paarden en alle andere dieren die gechipt kunnen worden, zodat gevonden huisdieren gemakkelijk bij de eigenaren teruggebracht kunnen worden. Bevoegde instanties, zoals dierenartsen, asielen en fokkers, kunnen de gegevens opvragen.
Hoe eigendom hond bewijzen?
Wat kun je doen als de vinder jouw dier niet terug wil geven? – Als de vinder van jouw dier het dier niet terug wil geven, dan zul je naar de rechter moeten om het dier terug te eisen. Je moet dan kunnen bewijzen dat jij de eigenaar van het dier bent. Dit is met name een probleem indien het dier niet officieel geregistreerd is.
Paarden en honden zijn verplicht officieel geregistreerd. Dingen die kunnen helpen bij het bewijzen van jouw eigendom zijn onder andere: een (geregistreerde) chip of paspoort, bonnetjes van kosten ten behoeve van het dier, verklaringen van getuigen en foto’s.
De emotionele binding met het dier is moeilijk meetbaar en kan de rechter daarom moeilijk laten meewegen. Een rechter zal daarom alleen kijken naar wie aannemelijk kan maken dat hij de eigenaar is. Als de rechter besluit dat je jouw dier terug krijgt, dan kan de vinder wel eisen dat je de gemaakte verzorgingskosten moet vergoeden.
Wie is de bezitter van een dier?
Tegenwoordig hebben veel mensen een dier: een hond, een kat, een paard of zelfs een slang, je kunt het zo gek niet bedenken. Wat nu als je door een dier van een ander schade oploopt? Je wordt gebeten door de hond van de buurman of in een manege getrapt door een paard? Dergelijke gebeurtenissen kunnen ernstig letsel tot gevolg hebben.
- Op wie kun je de schade dan verhalen? Artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is in dit soort gevallen meestal relevant;
- De kern van dit artikel is dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor schade die het dier veroorzaakt;
Wie kan worden aangewezen als bezitter van een dier wordt geregeld in artikel 3:107 BW. De bezitter is degene die het dier voor zichzelf houdt. Dit zal meestal tevens de eigenaar zijn. Risico aansprakelijkheid Artikel 6:179 BW behelst een zogenaamde risicoaansprakelijkheid met een zogenaamde ‘tenzij clausule’.
Risicoaansprakelijkheid betekent hier dat aansprakelijkheid van de bezitter op grond van dit artikel ook wordt aangenomen als er geen sprake is van schuld of verwijtbaar handelen. De achtergrond hiervan is dat dieren nu eenmaal over een zogenaamde “eigen onberekenbare energie” beschikken die niet altijd door de mens te sturen is.
De bezitter kan er vaak niets aan doen dat de hond iemand bijt en heeft dit in bijna alle gevallen ook niet gewild. De schade komt desalniettemin toch voor zijn rekening en risico. De bezitter is slechts in enkele (zeer weinig voorkomende) gevallen niet aansprakelijk ingevolge de ‘tenzij clausule’.
- Een voorbeeld van een dergelijk geval is een waakhond die een inbreker aanvalt terwijl de inbreker de bezitter van de hond thuis aanvalt;
- In de praktijk is het niet altijd eenvoudig om vast te stellen of de zogenaamde tenzij clausule toepasselijk is;
De eigenaar is in een dergelijk geval niet aansprakelijk omdat ook al had hij de waakhond onder controle hij niet onrechtmatig zou handelen. Aansprakelijkheid bedrijfsmatig gebruiker Een andere situatie waarin de bezitter niet aansprakelijk is is het geval waarin er sprake is van een bedrijfsmatig gebruiker van het dier.
- Artikel 6:181 BW is dan van toepassing;
- In gevolge het bepaalde in dit artikel is degene die een bedrijf uitoefent kwalitatief (dat wil zeggen in zijn hoedanigheid van ondernemer) voor de door een in zijn bedrijf gebruikt dier aansprakelijk;
Het is vaak lastig om te bepalen of een dier gebruikt wordt in de uitoefening van een bedrijf. Uit de hierna gegeven voorbeelden zal dat blijken. Een bekend eerste voorbeeld is een zaak waarin een bij een manegehouder (tegen betaling) ondergebracht paard teneinde dit paard te trainen en af te richten letsel toebrengt aan een minderjarig kind.
- Voor de schade wordt de eigenaar van het paard aangesproken;
- De bezitter verweerd zich echter stellende dat de aansprakelijkheid niet op hem rust maar op de manege op grond van art;
- 6:181 BW;
- De Hoge Raad volgt de bezitter hierin en bepaalt dat de manege had moeten worden aangesproken;
De “zeggenschap” over het paard brengt hier met zich mee dat de manege aansprakelijk gesteld had moeten worden. Een ander voorbeeld is een dierenarts die gewond raakt terwijl hij andermans paard dat zich op dat moment bevond in een stal van de bezitter van het paard wilde inenten.
In deze zaak kon de dierenarts met succes een beroep doen op art. 6:179 BW en de bezitter aansprakelijk stellen. Als de dierenarts het paard echter mee had genomen naar zijn kliniek om het paard daar te behandelen dan zou de dierenarts de bezitter waarschijnlijk niet aansprakelijk kunnen hebben stellen.
Uit deze voorbeelden blijkt dat het van belang is om goed te bepalen welke partij aangesproken kan worden. Meer weten? Mocht u letsel oplopen door een dier neem dan altijd contact op met een gespecialiseerde letselschade advocaat. Voor vragen kunt u terecht bij mr.
Kan een hond in twee huizen wonen?
Valkuilen omgangsregeling – Veel honden kunnen prima leven in twee huishoudens, toch is co-ouderschap niet per se een prettige oplossing voor een hond. Het kan erg verwarrend zijn om steeds te schakelen tussen twee werelden. Blijf daarom in goed overleg met je ex-partner en zorg dat jullie de opvoeding, regels en dagelijkse routine van de hond nauwkeurig op elkaar afstemmen.
- Ook kan een nieuwe woning erg onwennig zijn voor de hond, zeker als er ook een nieuwe partner aanwezig is;
- Een hond kan bijvoorbeeld meer gehecht zijn aan één van de twee scheidende partners;
- Een hond die zijn ‘lievelingsbaasje’ mist kan zelfs depressief worden en zichzelf likken/krabben, onzindelijk worden, eetlust verliezen en ander probleemgedrag gaan vertonen;
Begeleid je hond daarom goed in deze zware tijd. Als je hond zich ‘slecht’, ongehoorzaam of gestrest gedraagt, straf hem dan niet maar gun hem de tijd. Hij laat slechts een normale reactie zien op een abnormale situatie. Zorg daarom dat de oppik- en afhaalmomenten rustig verlopen, maak geen ruzie met je ex en stel je hond gerust.
Kan je een hond delen?
Wat betekent dogsharing? – Bij dogsharing delen twee of meer mensen een hond terwijl ze niet samen in een huis wonen. Ze zorgen dus allebei een deel van de week voor de hond. Als de hondeneigenaar te weinig tijd voor zijn hond heeft, zorgt de dogsharing partner een aantal uren of zelfs dagen voor hem.
Hij gaat wandelen met de hond, voert hem en geeft hem aandacht als het baasje er niet is. Het verschil met een hondenoppas is dat de dogsharing partner de hond niet alleen af en toe ophaalt om hem uit te laten, maar over het algemeen meer tijd met hem doorbrengt.
De relatie tussen de hond en dogsharing partner is meestal hechter dan met een oppas. De hond heeft bij dogsharing twee baasjes en leeft in twee verschillende huishoudens.
Wat met huisdieren bij scheiding?
Een scheiding heeft vanzelfsprekend ook gevolgen voor huisdieren. Wie blijft er voor het dier zorgen? Is er een omgangregeling mogelijk? En hoe ziet zo’n regeling tussen u en uw ex-partner eruit? – Wettelijke regelingen om financiële- of zorgafspraken voor een hond (of een ander huisdier) af te dwingen, bestaan niet.
Maar natuurlijk kunnen in gezamenlijk overleg na een scheiding wel afspraken over uw huisdieren worden gemaakt. Zo’n afspraak wordt een gebruiksregeling genoemd en is in zekere mate vergelijkbaar met de zorgverdeling- of omgangsregelingen die ex-partners maken over de kinderen.
Er kan bijvoorbeeld worden afgesproken dat de hond samen met de kinderen blijft en dus mee gaat in dezelfde zorgverdeling, van de ene naar de andere ouder. Let wel: dit is geen wettelijk recht of een verplichting waar u de ander aan kunt houden. Het is ook niet verplicht om voor een huisdier te zorgen na een scheiding.
Hond of kat is een zaak, net als een kast of een bank In tegenstelling tot uw kinderen heeft uw hond of kat geen eigen rechten. Een dier wordt juridisch gezien als ‘een zaak’ en behoort, net als een kast of uw bank, tot de inboedel.
Partners besluiten zelf wie het dier houdt en of er een omgangsregeling wordt getroffen. Als u in gemeenschap van goederen bent getrouwd, is het huisdier van u samen. Na de scheiding moet het dier aan één van beiden worden toebedeeld en is één persoon de juridisch eigenaar.
Soms komen mensen hier niet samen uit en leggen ze de vraag bij wie het huisdier mag blijven, bij een rechter neer. Natuurlijk kijkt de rechter ook naar het belang van het dier. Als één van de partners te weinig thuis is of een te kleine woning heeft, is de keuze vaak snel gemaakt.
Kosten huisdier moet u verdelen Ook dienen er afspraken te worden gemaakt over de verdeling van de kosten van een huisdier – zoals dierenartsrekeningen en voeding-. Het uitgangspunt is dat deze kosten voor een gemeenschappelijk huisdier moeten worden gedeeld..
Hoe zet ik mijn hond op mijn naam?
Vanaf 1 november 2021 geldt voor alle honden dat zij, wanneer zij van eigenaar wisselen, gechipt en geregistreerd moeten zijn op naam van de verkoper. Ook moeten de honden een EU-dierenpaspoort hebben.
- Koopt u een in Nederland geboren pup? Dan moet deze gechipt zijn met een chip beginnend met de landcode 528. Ook moet de pup een EU-dierenpaspoort hebben en geregistreerd zijn op naam van de fokker. Vraag als koper altijd om een registratiebewijs.
- Koopt u een oudere hond? Sommige oudere honden zijn nog niet gechipt of hebben nog geen EU-dierenpaspoort. Voordat u de hond koopt, moet de vorige eigenaar eerst zorgen dat de hond alsnog gechipt en geregistreerd wordt en een EU-dierenpaspoort krijgt.
- Koopt u een hond die oorspronkelijk afkomstig is uit het buitenland? Zo’n hond moet al gechipt zijn voordat hij naar Nederland kon reizen. De importeur moet de hond eerst op zijn/haar naam geregistreerd hebben. Controleer of de hond gechipt is, een EU-dierenpaspoort heeft en op naam van de importeur geregistreerd is voordat u de hond koopt.
Binnen 14 dagen na aankoop van een hond moet u de registratie op uw naam laten zetten. Dat doet u bij één van de portalen die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hiervoor zijn aangewezen. U vindt deze onder ‘ Welke portalen ‘ en op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Zodra u de hond heeft geregistreerd ontvangt u een schriftelijk of digitaal registratiebewijs.
- Bewaar dit goed;
- De houder van de hond is verantwoordelijk voor de registratie;
- De houder is degene bij wie de hond daadwerkelijk verblijft;
- Dus ook als u een hond via een organisatie heeft en de organisatie blijft officieel eigenaar, of u wordt ‘pleeggezin’, moet u de hond op uw naam laten zetten! NB: Haalt u zelf een hond vanuit het buitenland naar Nederland? Dan moet deze al gechipt zijn om te voldoen aan de invoereisen;
U moet dan een UBN aanvragen bij RVO en de hond binnen 14 dagen na aankomst in Nederland laten registreren. Omdat het om een geïmporteerde hond gaat, moet de eerste registratie door een dierenarts gedaan worden.
Hoe weet de gemeente dat ik een hond heb?
Hebt u een of meerdere honden? Dan kan het zijn dat u elk jaar hondenbelasting moet betalen. Hondenbelasting is een gemeentelijke belasting. Dit betekent dat u deze belasting aan uw gemeente betaalt, niet aan de Belastingdienst. Doe aangifte van uw hond bij uw gemeente Als u een nieuwe hond krijgt, moet u dit gelijk melden bij de gemeente waarin u woont.
- Gaat u verhuizen? Vergeet dan niet op tijd uw gemeente in te lichten;
- Dat geldt ook wanneer uw hond is overleden;
- U krijgt anders onterecht een aanslag voor hondenbelasting;
- Controle op hondenbezit Gemeenten controleren jaarlijks op het bezit van honden;
Geen aangifte doen van een hond bij uw gemeente kan tot een boete leiden. Kijk op de website van uw eigen gemeente voor meer informatie over hondenbelasting Hondenbelasting in Nederland Iedere gemeente heeft het wettelijke recht hondenbelasting te heffen, zie Artikel 226 van de Gemeentewet.
Het is dus een recht, geen plicht. Zo kan het zijn dat u in de ene gemeente helemaal geen hondenbelasting hoeft te betalen en in de andere wel. Ongeveer 30% van de gemeenten in Nederland heeft het afgeschaft.
(Bron: Cijfernieuws. nl) Ook de tarieven variëren en zijn niet landelijk vastgelegd. Waarom betalen we eigenlijk hondenbelasting? Hondenpoep op straat is ergernis nummer een. Met de opbrengst van de hondenbelasting kan een gemeente voorzieningen treffen voor het bestrijden of opruimen van hondenpoep.
Denk aan speelvelden voor honden en extra vuilnisbakken voor hondenpoep. In sommige gemeenten worden ook gratis hondenpoepzakjes uitgedeeld. Niet alleen de hondenpoep, maar ook de urine van honden kan voor overlast zorgen.
Boswachter Spijker: wie is de eigenaar van de hond die een ree in Hellendoorn aanvalt?
Urine tast namelijk jaarlijks honderden lantaarnpalen aan. Hoe weet de gemeente dat ik een hond heb? Hondenbezitters zijn verplicht zelf aan te geven dat zij een hond hebben. Wilt u geen risico lopen, breng uw gemeente dan z. op de hoogte van uw hondenbezit. Wanneer aanmelden voor hondenbelasting?
- Als u een hond heeft aangeschaft.
- Als u verhuist bent naar een andere gemeente, dient u bij de nieuwe gemeente opnieuw aan te melden.
- Als u verhuist naar een andere gemeente, dient u bij de vorige gemeente te laten weten dat uw hond mee verhuist.
- Als u uw hond om welke reden dan ook overdraagt aan een ander.
- Als uw hond komt te overlijden.
Controle hondenbelasting en boete Het blijkt uit de praktijk dat veel mensen bewust of onbewust nalaten aangifte te doen. Daarom voeren veel gemeentes regelmatig huis-aan-huis controles uit. Soms wordt dit op de gemeentewebsite van tevoren kenbaar gemaakt. (Let op: de controleur dient zich te kunnen identificeren! Laat niet zomaar iedereen binnen. ) Als blijkt dat er geen aangifte is gedaan, wordt een naheffingsaanslag opgelegd met daarbij eventueel een boete.
Ga naar de website van uw woonplaats en vraag een aangifteformulier aan. Soms kunt u ook direct via de gemeentewebsite aangifte doen. Hoogte van de boete De hoogte van de boete varieert per gemeente. Wat zijn de tarieven voor hondenbelasting? De hoogte van de belasting is afhankelijk van het aantal honden dat u heeft en zoals als gezegd verschilt dit dus ook per gemeente.
Wilt u zeker van uw zaak zijn, kijk dan op de website van uw gemeente voor de actuele tarieven.
- In Rotterdam : voor de eerste hond betaald € 114,50 en voor de derde hond € 361,40
- Er zijn ook gemeenten waar u helemaal niets hoeft te betalen.
Kijk op Cijfernieuws. nl 2016 voor de laatste tarieven per gemeente. Vrijstelling In sommige gemeenten en in sommige gevallen kunt u vrijstelling van hondenbelasting krijgen. Heeft u een blindengeleidehond of een andere hulphond vanwege een handicap, dan kunt u wellicht vrijstelling krijgen.
Hoeveel honden mag je als particulier houden?
Het houden van meer dan 5 honden is meldingsplichtig (klasse 3) en het houden van meer dan 10 houden is vergunningsplichtig (klasse 2). Beide procedures, meldingsplicht en vergunningsplicht klasse 2, situeren zich op gemeentelijk niveau.
Hoe verander je de eigenaar van een hond?
Waarom registreren? – De chip heeft een uniek registratienummer, waardoor uw dier altijd geïdentificeerd kan worden. De chip is ook fraudebestendig, omdat hij lastig te verwijderen is en het registratienummer niet kan worden veranderd. Het is daarvoor echter wel belangrijk dat uw huisdier niet alleen gechipt, maar ook geregistreerd is.
- Soms is een dier wel gechipt, maar niet geregistreerd bij een databank;
- In andere gevallen is het dier wel geregistreerd, maar zijn de gegevens verouderd;
- Ook dan kan de eigenaar niet worden gewaarschuwd dat zijn dier terecht is, en worden dier en baasje onnodig gescheiden;
Voor honden is deze registratie inmiddels verplicht. De verplichte registratie van honden na 1 april 2013 moet gebeuren bij een databank die is aangewezen door het ministerie van Economische Zaken. De NDG is één van deze databanken. Valt uw hond onder deze chip- en registratieverplichting, dan bent u ook voor de rest van het leven van de hond verplicht de registratie actueel te houden.
Klopt de registratie van uw hond niet, dan riskeert u een boete. Bij aankoop moet u binnen 14 dagen het chipnummer op uw naam laten registreren. De fokker of verkoper moet binnen 14 dagen na de verkoop zijn registratie stopzetten.
U moet vervolgens elke wijziging, zoals een adreswijziging, maar ook overlijden of verkoop van de hond, binnen 14 dagen doorgeven aan de databank. Klik hier voor het registreren van uw huisdier of het wijzigen van de registratiegegevens.
Hoeveel belasting betaal je voor een hond?
76 euro – In ongeveer tweehonderd gemeenten moeten hondenbezitters nog hondenbelasting betalen. Gemiddeld gaat het om een bedrag van 76 euro, 1 euro meer dan vorig jaar. In heel Nederland, inclusief de gemeenten waar hondenbezitters geen hondenbelasting betalen, bedraagt deze belasting gemiddeld 45 euro. Lees ook:.
Waarom hond niet op de bank?
Waarom nu wel of niet? – Allereerst natuurlijk uw eigen keuze wat maakt dat u het wel of niet goed vindt als de hond op de bank ligt. Van belang kan verder zijn of u wel of geen kleine kinderen in huis heeft. Kinderen kunnen heel erg druk zijn en springen op en af de bank.
Is een hond een zaak?
Een hond als roerende zaak – Het klinkt een beetje raar als een hond jouw beste maatje is, maar voor de wet is een huisdier een roerende zaak (een object). Juridisch gezien behoort een huisdier daarom tot de inboedel. Als de (ex)echtgenoten zijn getrouwd in gemeenschap van goederen of wanneer zij in de huwelijkse voorwaarden niets over de eigendom van de hond hebben opgenomen, valt een hond dus onder de bezittingen die bij een echtscheiding tussen de (ex-)echtgenoten moeten worden verdeeld.
Het lukt in zo’n geval niet altijd om de knoop door te hakken en samen te bepalen voor wie de hond is. Ook uit de rechtspraak blijkt dat dit niet altijd lukt. Aan de rechter wordt soms gevraagd om een omgangsregeling voor de hond vast te stellen, net zoals dat voor de omgang met kinderen kan.
Dan zou vastgelegd kunnen worden wanneer de hond bij wie is. Het is inmiddels duidelijk dat rechters daar niet in mee gaan. Ook al is een hond een levend wezen, een omgangsregeling kan niet worden vastgesteld voor dieren.
Is een huisdier een zaak?
nr. 68 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN CRAMER EN WAALKENS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 37 – Ontvangen 26 november 2009 De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: In hoofdstuk 11, § 2. Wijziging andere wetten , wordt voor artikel 11.
- 2 een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 11;
- 1a [Wijziging Burgerlijk Wetboek] Na artikel 2 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2a 1;
- Dieren zijn geen zaken;
Bepalingen met betrekking tot zaken zijn op dieren van toepassing, met in achtneming van de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen, verplichtingen en rechtsbeginselen, alsmede de openbare orde en de goede zeden.
Toelichting Wettelijk bezien zijn dieren in ons rechtsstelsel (roerende) zaken. Het Burgerlijk Wetboek (BW) gaat in Boek 3 immers uit van de begrippen «goederen» (alle zaken en vermogensrechten) en «zaken» (voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten).
Dieren worden niet apart onderscheiden. Binnen de systematiek van het BW gelden zij als roerende zaken. Zij kunnen in bezit worden genomen en mensen kunnen over dieren het wettelijk recht van eigendom uitoefenen. Deze juridische kwalificatie van dieren als – niet meer dan – zaken, sluit niet aan op het natuurlijk rechtsgevoel.
Enerzijds kan een dier behandeld worden als zaak; rechtshandelingen met dieren als object (koop, verkoop, enzovoorts) zijn immers mogelijk. Tegelijkertijd onderscheidt het dier zich van een «gewone» zaak.
Als men dieren koopt, verkoopt, in eigendom heeft, houdt men, natuurlijkerwijs, rekening met de eigen aard van het dier. Het besef dat men met een levend wezen te maken heeft, heeft betekenis. Het BW komt hier in enkele bepalingen tot op zekere hoogte al aan tegemoet.
- Zo kent het BW een bepaling over het verlies van een goed (BW, boek 5, artikel 18) en daarnaast een op de eigen aard van het dier toegesneden bepaling over het verlies van een dier (artikel 19);
- De wetgever heeft tevens aanleiding gevonden om in tal van andere artikelen dieren te onderscheiden naast de veelal in dezelfde artikelen genoemde zaken;
Te noemen zijn onder meer de artikelen 6: 179 (schade door een dier); 6: 181 (schade aan een dier, dat tevens als een bedrijfsmiddel kan worden beschouwd); 8: 900 (vervoersschade bij zaken, respectievelijk dieren); 9: 970 en volgende (een dier is geen hutbagage, maar kan soms als handbagage worden beschouwd) en 9: 1178 (verhuizing van dieren).
De reden ligt steeds voor de hand. Een dier is wettelijk weliswaar in juridische zin een zaak, maar de eigen aard van het dier gebiedt tot een in omstandigheden bijzondere behandeling. Ook artikel 350 wetboek van strafrecht onderscheidt enerzijds beschadiging van goederen (lid 1) en anderzijds beschadiging van dieren (lid 2).
Deze notie is in het BW echter niet zo ver doorgevoerd dat dieren, naast zaken, worden gezien als een in juridische zin aparte categorie. Het voorliggend amendement voorziet daarin. Daartoe wordt, dit in navolging van het BW in Duitsland (Buch 1, Allgemeiner Teil, artikel 90a), in Boek 3 BW een nieuw artikel ingevoegd waarin wordt bepaald dat dieren geen zaken zijn.
In het tweede lid van het voorgestelde artikel wordt bepaald dat de bepalingen met betrekking tot zaken wel van toepassing zijn op dieren, zij het dat op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen, verplichtingen en rechtsbeginselen, alsmede de openbare orde en de goede zeden daarbij in acht moeten worden genomen.
Dit tweede lid zoekt in de formulering aansluiting bij de algemene beperkingen op het eigendomsrecht (Boek 5 BW, artikel 1, tweede lid) en op rechtshandelingen (Boek 3 BW, artikel 40, eerste lid). De betekenis van de voorgestelde bepaling is dat het BW, in aansluiting op een breed gedragen rechtsgevoel, onder woorden brengt dat dieren niet zonder meer gelijk kunnen worden gesteld met zaken.
Dit besef vindt al erkenning in diverse artikelen door het BW heen. Het ligt hiermee in lijn om bij wijze van algemene normstelling ook in de eerste artikelen van Boek 3 BW dieren en zaken te onderscheiden.
Voorts geeft het amendement een aansluiting tussen het BW en artikel 1. 3 Wet Dieren (de intrinsieke waarde van het dier). De meer praktische betekenis van het artikel is dat rechtshandelingen jegens dieren plaatsvinden overeenkomstig de inhoudelijke normstelling uit (onder meer) de Wet dieren (of eerder de GWWD) en andere wettelijke bepalingen waar expliciet over een dier wordt gesproken.
- Strijd met de openbare orde of goede zeden geeft een meer algemene beperking in de omgang met dieren;
- Kortom: dieren zijn geen zaken;
- Dieren mogen in juridische zin wel worden gezien als waren zij zaken;
- Daarom zijn bepalingen over zaken op dieren van toepassing;
Wie rechtshandelingen verricht aangaande dieren, dieren bezit of in eigendom heeft, is evenwel gehouden zich er rekenschap van te geven dat hij met een dier van doen heeft. Cramer Waalkens.
Hoe zet ik mijn hond op mijn naam?
Vanaf 1 november 2021 geldt voor alle honden dat zij, wanneer zij van eigenaar wisselen, gechipt en geregistreerd moeten zijn op naam van de verkoper. Ook moeten de honden een EU-dierenpaspoort hebben.
- Koopt u een in Nederland geboren pup? Dan moet deze gechipt zijn met een chip beginnend met de landcode 528. Ook moet de pup een EU-dierenpaspoort hebben en geregistreerd zijn op naam van de fokker. Vraag als koper altijd om een registratiebewijs.
- Koopt u een oudere hond? Sommige oudere honden zijn nog niet gechipt of hebben nog geen EU-dierenpaspoort. Voordat u de hond koopt, moet de vorige eigenaar eerst zorgen dat de hond alsnog gechipt en geregistreerd wordt en een EU-dierenpaspoort krijgt.
- Koopt u een hond die oorspronkelijk afkomstig is uit het buitenland? Zo’n hond moet al gechipt zijn voordat hij naar Nederland kon reizen. De importeur moet de hond eerst op zijn/haar naam geregistreerd hebben. Controleer of de hond gechipt is, een EU-dierenpaspoort heeft en op naam van de importeur geregistreerd is voordat u de hond koopt.
Binnen 14 dagen na aankoop van een hond moet u de registratie op uw naam laten zetten. Dat doet u bij één van de portalen die door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) hiervoor zijn aangewezen. U vindt deze onder ‘ Welke portalen ‘ en op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Zodra u de hond heeft geregistreerd ontvangt u een schriftelijk of digitaal registratiebewijs.
Bewaar dit goed. De houder van de hond is verantwoordelijk voor de registratie. De houder is degene bij wie de hond daadwerkelijk verblijft. Dus ook als u een hond via een organisatie heeft en de organisatie blijft officieel eigenaar, of u wordt ‘pleeggezin’, moet u de hond op uw naam laten zetten! NB: Haalt u zelf een hond vanuit het buitenland naar Nederland? Dan moet deze al gechipt zijn om te voldoen aan de invoereisen.
U moet dan een UBN aanvragen bij RVO en de hond binnen 14 dagen na aankomst in Nederland laten registreren. Omdat het om een geïmporteerde hond gaat, moet de eerste registratie door een dierenarts gedaan worden.
Heb je garantie op een hond?
Garantie – Volgens de wet zijn de regels voor verkoop en garantie bij een huisdier bijna hetzelfde als bij bijvoorbeeld een koelkast of ander niet levend product. De eerste zes maanden na aankoop heeft u garantie als er iets mis is. Maar er zijn wel een aantal dingen waar u op moet letten.